Kampioen worden en twee weken later moet je je spullen pakken. Het is het lot van een verdwaalde romanticus die aangesteld wordt bij een club waar nationaal succes bijzaak het is. Na iets meer dan een jaar is Maurizio Sarri al ontslagen als trainer van Juventus. Sarri-bal leverde de Italiaan weliswaar zijn eerste landstitel in zijn carrière op, maar het bracht hem niet verder.
Op 26 juli was het dan eindelijk zover: wat 99,9 procent van de Italiaanse voetbalwereld al had voorspeld gebeurde. Juve werd kampioen. Het was niet de vraag of, maar wanneer De Oude Dame de titel zou pakken, de Hegemonie van Juventus is er één met een hoofdletter H. Heeft Sarri Juventus kampioen gemaakt, of was dat juist andersom? Die vraag werd in de voetbalwereld terecht gesteld.
Het is helaas niet uit te voeren, maar het zou wel een mooi experiment zijn. Loop door de straten van Waddinxveen, pluk daar een willekeurige man, vrouw, kind of hond van straat en geef hem/haar/het de titel 'trainer van Juventus'. Hoe groot is dan de kans dat Juventus aan het einde van de rit gewoon weer met het zilverwerk in de handen staat?
Hoe speciaal zijn eerste landstitel ook gevoeld moet hebben: vanaf zijn debuut in Turijn heeft Sarri geworsteld. In Londen stoeide de Italiaan als manager van Chelsea met de Engelse taal, cultuur en voetbalopvatting, bij de recordkampioen van Italië moest hij zijn zo geliefde tactiek (voor een deel) overboord gooien.