
Leo Beenhakker overleed vorige week op 82-jarige leeftijd, maar zeker in Trinidad en Tobago leeft hij voor altijd voort. International Brent Sancho en Beenhakkers toenmalige assistenten Wim Rijsbergen en Mario Been blikken terug. Hoe Don Leo met een Caribische eilandengroep het onmogelijke mogelijk maakte.
‘Jongens, ik ga met Noord-Brabant naar het WK’, waren de iconische woorden van Beenhakker in Bahrein, nadat hij zich eind 2005 op wonderbaarlijke wijze met Trinidad en Tobago had geplaatst voor het WK in Duitsland. De Rotterdammer werd drie keer kampioen met Real Madrid, twee keer met Ajax en een keer met Feyenoord, maar misschien was deze prestatie met een land van slechts 1,1 miljoen inwoners wel de grootste van allemaal.
Het is de ochtend na het overlijden van Beenhakker en de stem van Wim Rijsbergen klinkt aan de andere kant van de lijn. De WK-finalist van 1974 weet nog goed dat hij een telefoontje kreeg van Beenhakker om samen een avontuur aan te gaan op Trinidad en Tobago. Don Leo gaf aan dat het vermoedelijk voor een wedstrijd of zeven zou zijn. ‘Ze zaten in een kwalificatiepoule met landen als Amerika, Mexico en Costa Rica’, weet de 73-jarige Rijsbergen nog. De situatie was vrij uitzichtloos, want onder de vorige bondscoach was slechts één punt in drie duels behaald. ‘Leo gaf ook aan dat als we een paar wedstrijdjes zouden winnen, we ook nog via de achterdeur naar het WK zouden kunnen. Nou, dat leek me wel interessant.’

Crazy Dutchman
Brent Sancho was in die tijd international van Trinidad en Tobago en voetbalde bij FC Gillingham in de Engelse League One. Hij begint direct drie versnellingen sneller te praten als de naam Leo Beenhakker valt. ‘Gezien de stand op de ranglijst dachten we compleet kansloos te zijn’, zegt de voormalige centrumverdediger. ‘En toen kwam er ineens een oprecht mens, met zo’n vrolijk gezicht en zonder oordeel binnen. Leo blies iedereen omver. Vanaf dag één liet hij duidelijk merken dat hij verwachtte dat we ons voor het WK zouden kwalificeren. Dat waren we niet gewend, dat iemand zo veel geloof in ons had.’ Sancho begint hard te lachen: ‘Ik weet nog dat ik dacht: Who is this crazy Dutchman?’
Rijsbergen omschrijft dat Beenhakker altijd geweldig was in de omgang met de grote vedettes. ‘Bij Real Madrid kon Leo ook goed opschieten met sterren als Emilio Butragueño en Hugo Sánchez.’ Ook Trinidad en Tobago had een grootheid in de gelederen, namelijk Dwight Yorke, de doelpuntenmachine van clubs als Manchester United en Aston Villa. ‘Leo kon die grote sterren goed gebruiken om de rest van de ploeg te motiveren. Hij ging dan bijvoorbeeld even apart met Dwight zitten. Die was al belangrijk, maar Leo maakte hem nóg belangrijker.’
'Sommige jongens zou Leo niet beter gaan maken, maar dan is het psychische gedeelte veel belangrijker dan het technische vlak'
Naast Yorke bestond de selectie uit jongens uit verschillende divisies van Engeland en voetballers uit de lokale competitie van Trinidad en Tobago. ‘Ik heb daar weleens wedstrijden bezocht om te kijken of er interessante spelers tussen zaten, maar dat stelde allemaal niet zo veel voor’, drukt Rijsbergen zich nog zacht uit. ‘Bij die mannen waren we blij als ze een beetje een redelijk niveau zouden halen. Sommige jongens zou Leo niet beter gaan maken, maar dan is het psychische gedeelte veel belangrijker dan het technische vlak. Daar was Leo écht goed in.’
Rijsbergen denk terug aan de voetbalfaciliteiten in Trinidad en Tobago. ‘Het was matig’, lacht hij. ‘Zeer matig! Maar het maakte allemaal niet uit, die gasten waren niet anders gewend. Soms kon het daar ook met bakken uit de hemel komen en konden we helemaal niet trainen.’