In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week: op bezoek bij Fitnesscentrum Noord, het House of Champions van Jordan en Hans Kroon.
‘Het is allemaal zonder poespas, hè, daar houden we hier van.’
Jordan Kroon gaat voor door zijn sportschool aan de Nobelstraat in Rotterdam-Blijdorp. Het lijkt er op het eerste gezicht nog steeds 1983, het jaar dat vader Hans in de oude gymzaal Fitnesscentrum Noord begon, maar eenmaal binnen: alles state of the art, de beste fitnessapparaten, sommige zelfs zó exclusief dat ze nergens anders in Nederland te vinden zijn. Een aantal heeft Kroon zelf ontworpen. Alles staat zó dicht op elkaar dat de zaal wel een opslag lijkt, want iedere meter telt in deze gym, die zichzelf de eretitel House of Champions heeft gegeven, een deftige naam voor de ruimte zonder opsmuk.
In de hoek een barretje waar de leden een herstelshake kunnen kopen, of een flesje water. Er is nog een klein kamertje voor massages, maar het gaat om de grote hal. Wie hier op een doordeweekse dag komt trainen kan zomaar naast topjudoka Roy Meyer staan, of ex-bokskampioene Nouchka Fontijn. Of naast een bekende acteur, of een CEO van een beursgenoteerd bedrijf. En met een beetje geluk naast Tyrell Malacia, Orkun Kökçü, Lutsharel Geertruida, Guus Til of Reiss Nelson. Daarover straks meer.
‘Effe afmaken op 10,5’, zegt Kroon tegen een jongen met spieren als kabels. Hij perst er nog een laatste serie uit. Wie deze atleet is? ‘Gewoon, een normaal lid’, zegt Kroon, ‘maar iederéén die hier komt gaat beter de deur uit dan dat hij binnenstapte. Hoe dat kan? Omdat we alleen willen werken met mensen die toegewijd zijn, die het beste uit zichzelf willen halen.’
'Grenzen verleggen. Dát is topsport. Helaas gebeurt dat in het voetbal maar weinig'
Zó is de methode-Kroon, ooit bedacht door vader Hans. Hij was een oud-speler van Hermes DVS, die het net niet redde. Via het CIOS kwam hij in aanraking met fysieke training en ontwikkeling, maar daarover was in de jaren tachtig weinig te vinden. Dus stapte Hans in het vliegtuig naar Amerika, toen het Mekka op het gebied van krachttraining. Hij liep er de gyms af, sprak met body-builders en andere krachtpatsers, boksers en vechters. Alles wat hij leerde, paste hij toe op zichzelf. Talloze logboeken hield hij bij. Het resulteerde in een eigen stijl die nog steeds rechtovereind staat, maar in de loop der tijd op details werd en nog steeds wordt aangepast. ‘Maar’, zegt Kroon, ‘de basis is nog steeds hetzelfde: op een heel hoog niveau trainen, de lat net wat hoger leggen. Buiten je comfortzone willen gaan. Grenzen verleggen. Dát is topsport. Helaas gebeurt dat in het voetbal maar weinig.’
RON VLAAR
De eerste voetballer die hier ooit binnenstapte was Danny Koevermans. Hij speelde toen voor Sparta Rotterdam, maar was afkomstig uit het amateurvoetbal; het babyvet hing nog over zijn voetbalbroekje. Vader Hans was in die tijd fysieke trainer bij Sparta en nam de spits mee naar zijn sportschool. Ook keeper Frank Kooiman kwam er regelmatig trainen. Ze voelden dat ze vooruit gingen. In die tijd hadden ook de eerste topsporters de weg naar Blijdorp gevonden. Deborah Gravenstijn bijvoorbeeld, topjudoka, en Francisco Elson. De enige Nederlander die ooit kampioen werd in de NBA (met San Antonio Spurs) beulde zich graag af in de sportschool, zo erg dat hij in de lift van zijn appartementencomplex nog stond uit te hijgen. Daar stapte op een dag Ron Vlaar binnen. ‘Wat heb jij nou gedaan?’, vroeg de speler van – toen – Feyenoord. ‘Getraind’, zei Elson. ‘Waar?’ ‘Bij de sportschool van Hans en Jordan Kroon, want zij weten hoe ze met topsporters moeten werken.’ ‘Oké’, twijfelde Vlaar. ‘Maar weet je wat’, zei Elson, ‘ga gewoon een keertje mee.’
‘Ron Beton’, lacht Jordan Kroon.
Kroon zelf hoeft zijn spieren niet aan te spannen om er imposant uit te zien: totaal afgetraind, het gevolg van een stringent leefritme van trainen, gezonde voeding en genoeg slaap. Onvergelijkbaar met de fysieke staat waarin Vlaar zich op een dag inderdaad meldde, met op beide knieën littekens van twee zware kruisbandblessures. Kroon ging met ’m aan de slag. Na een kwartier lag Ron kotsend in de hoek. Maar de volgende dag ging de telefoon. Ron Vlaar. Kroon lacht bij de herinnering. ‘Ron zei: “Ik zie nu pas in dat ik niet fit ben. Wanneer kan ik starten en gaan we een plan maken?” Binnen een half jaar noemden ze ’m dus Ron Beton. Hij ging mee naar het WK en was daar een van de uitblinkers. Over Ron zeiden ze dat hij traag was, maar ik kan me een videootje herinneren dat-ie Eden Hazard in zijn prime in de Premier League er gewoon uit sprintte.’
'Ik durf te stellen dat als Stefan, of Ron, of nu Tyrell Malacia en Orkun Kökçü de stap naar hier níét hadden gezet, ze eeuwige talenten waren gebleven'
Na Vlaar kwam Stefan de Vrij. ‘Hij was nog A-junior’, weet Kroon, ‘nooit het grote talent, altijd maar afwachten of-ie mocht blijven. Maar geweldige instelling. Hij ging trainen en werd op een gegeven moment zó sterk, dat zijn voetballende kwaliteiten in het veld verschil gingen maken. Ik zeg altijd: fysiek is de basis. Als je fysiek niet top bent, maak je geen verschil. Ik durf te stellen dat als Stefan, of Ron, of nu Tyrell Malacia en Orkun Kökçü de stap naar hier níét hadden gezet, ze eeuwige talenten waren gebleven. Als je openstaat voor verandering, kan je alles leren in persoonlijkheid en mentaliteit. Stoppen is het makkelijkste dat er is. De uitgang hier is altijd open. Sommigen doen dat. Ze hebben een comfortabel leven, een goed inkomen, ze redden het wel. Maar de vraag is: hoe graag wil je the next level bereiken? Dat is de vraag die iedere topsporter zichzelf moet stellen. Nou, voetballers hebben er wat meer moeite mee.’
House of Champions is dan ook niet voor iedere speler. ‘Bij ons zie je geen doorsnee voetballer’, weet Kroon. ‘Die is geen topper. Er is sowieso nauwelijks een topsportklimaat te vinden bij veel voetbalclubs. Veel spelers drinken alcohol, zitten aan de Snus, of hebben geen karakter.’
Hij ziet Jari Schuurman nog binnenkomen, ooit een van de grootste talenten van Feyenoord. Na tien minuten lag-ie op apegapen, fysiek en mentaal kapot. Ook weer kotsen. Schuurman is daarna nooit meer geweest. ‘Hij liet steeds iemand anders voor hem afbellen. Waarschijnlijk omdat-ie dat zelf niet durfde. Ik weet nu niet waar hij speelt, maar zijn belofte heeft hij nooit ingelost. Ik durf te zeggen: als je hier de test doorstaat, ben je een topsporter. Haal je de test niet, plak ik er bijna een garantie op dat je in de voetballerij de absolute top niet zal gaan halen.’
STEFAN DE VRIJ
Het fitnesscentrum kent geen geheimen. Ook geen No Go Areas. We mogen gaan en staan waar we willen, alles is open en bloot. Een groot verschil met de beslotenheid van de voetballerij. ‘En bekrompenheid’, weet Kroon. ‘Toen Feyenoord erachter kwam dat De Vrij stiekem voor zichzelf trainde, kreeg hij straf. Hij moest zijn aanvoerdersband inleveren.’
Hij kan zich het gedoe nog goed herinneren. ‘Mijn vader gaf een cursus voor fysiotherapeuten. Er was er eentje bij van Feyenoord. Die keek op een gegeven moment omhoog en zag het shirt van Stefan hier aan de muur hangen. Die is de volgende ochtend naar het kantoor van Ronald Koeman gerend. Het kon allemaal niet wat Stefan deed, die extra training. Het moest in overleg, weet ik het allemaal. Als die gozer die cursus bij mijn vader niet had gedaan, zou Feyenoord nu nog niet hebben geweten wie hier allemaal traint. Dan hadden ze zichzelf nog op de schouders geklopt voor hoe goed ze bezig waren. Zeiden ze ook gewoon tegen De Vrij. “Kijk Stefan, je ziet dat ons programma werkt, je wordt steeds sterker!” Ja, maar het gekke was dat ’t alleen werkte voor Stefan en niet bij die andere twintig spelers. Er ging geen lampje branden.’
‘Toen het uitkwam moest Stefan zich melden. Je kent ’m, doodeerlijke jongen, hij gaf alles toe. En wat gebeurt er, ze pakten zijn aanvoerdersband af! Als ik nou een bedrijf heb en mijn personeel doet extra cursussen om beter te worden en die betalen ze ook nog zelf. Dan was ik toch de gelukkigste baas ter wereld? Maar bij Feyenoord kreeg je straf. Je hebt ’t over een speler die altijd over het hoofd werd gezien, die vervolgens hard aan zichzelf ging werken en het schopte tot aanvoerder en international. Als ik Feyenoord was, had ik gezegd: Misschien niet tof dat je dit achter onze rug hebt gedaan, maar je hebt je zo goed ontwikkeld, wie zijn die gasten en kunnen we in gesprek? In plaats daarvan zijn ze in de voetballerij allemaal bang voor hun baantje. Dat is de reden dat een medische staf tegen invloed van buitenaf is. We hebben door Stefan even geprobeerd samen te werken, maar het resultaat was dat wíj ons steeds moesten verantwoorden en non-stop opdrachten kregen. Nou, laat dan maar zitten.’
TYRELL MALACIA & ORKUN KÖKçÜ
Sinds Vlaar en De Vrij weten de spelers van Feyenoord de gym nog altijd te vinden. En steeds minder in het geheim. Tyrell Malacia en Orkun Kökçü draaien er niet omheen: ze hebben baat bij de trainingen van Jordan Kroon. ‘Orkun moest zich melden bij Arne Slot’, weet Kroon. ‘Fysiek moest het allemaal beter. Had Slot natuurlijk gelijk in, maar dan denk ik: Maak dan een plan met zo’n jongen. Dus je geeft wel het probleem aan, maar niet de oplossing. Toevallig wist Orkun dat Tyrell hier trainde en zag hij hoe snel die sterker werd. Een dag later was-ie al bij ons. Hoe ik weet dat Feyenoord ’t hem niet aanbood? Ik praat toch met die jongens? Luister: Orkun loopt sinds zijn twaalfde rond bij Feyenoord en hij is fysiek nog nooit top geweest. Dát hebben ze bij Feyenoord ook geconstateerd, er is alleen nooit iets aan gedaan.’
'De mooiste momenten vind ik de spontane gesprekken ná de training. Iedereen uitgeput, dicht bij de emoties en dan praten over topsport, over het leven. Judoka’s met voetballers, MMA-vechters, alles door elkaar'
Kroon heeft maar één woord nodig voor de fysieke staat van Kökçü toen hij voor het eerst de gym kwam binnenlopen. ‘Dramatisch', zegt hij. 'Maar je kent Orkun. Rustige jongen. Hij zette zijn ogen open en traint nu samen met Malacia. Ze leren van elkaar, motiveren elkaar. En anders wel van een andere individuele sporter. De mooiste momenten vind ik hier de spontane gesprekken ná de training. Iedereen fysiek en mentaal uitgeput, dicht bij de emoties en dan praten over topsport, over het leven. Dan ontstaan de meest bijzondere gesprekken. Judoka’s met voetballers, MMA-vechters, alles door elkaar. Francisco Elson die hier loopt, die kan lessen geven… Haal je niet uit een boek. Is in zijn eentje naar Amerika gegaan, heeft de NBA gewonnen, maar ook zijn broer verloren. Waardevolle lessen die je in topsport kan toepassen. Dat is wat wij willen. We willen jongens niet alleen fysiek en mentaal trainen zodat ze weten wat het inhoudt topsporter te zijn, maar ook levenslessen meegeven. Soms zie ik mezelf als een vaderfiguur, hoe jong ik ook ben. We zijn hier familie. Ik ga voor hen door het vuur en zij voor mij. Dat is het ongeschreven contract dat we samen zijn aangegaan, dat niet is ondertekend met een pen, maar door loyaliteit.’
Zijn visitekaartjes staan onder de douche. ‘Als jij elke dag met Malacia in de kleedkamer zit en er gaat geen lampje branden bij zijn fysieke ontwikkeling, dan ben je gewoon stom.’ Kroon scrolt door zijn telefoon. ‘Kijk, hier. Dit was Tyrell toen hij hier binnenkwam. Zie jij spieren? Wel een babylichaam, jongetje van dertien. En moet je nu zien. En dan zeggen mensen: Ja, maar Tyrell heeft van nature alles van zichzelf. Kijk even naar die foto… Wat had-ie dan van nature? Ja, een geweldige instelling. Daarmee vocht hij zijn duels uit. Ik vond alleen dat hij vaak te laat was. Stomme overtredingen op eigen helft. Op een gegeven moment werd-ie gepasseerd voor Calvin Verdonk. Altijd was Ridgeciano Haps de nummer één. Tyrell begon hier in de gym als reservespeler van Feyenoord en is nu vaste waarde in de selectie van Oranje. Eigenlijk hetzelfde traject als De Vrij. Ik zeg niet dat dit allemaal door ons komt, hoor, wél dat we er een wezenlijke bijdrage aan hebben geleverd.’
Speeltuin
Hij schrikt regelmatig van de fysieke staat van voetballers, zegt Kroon. Zelfs van die van Feyenoord. ‘Een simpel iets zoals tien keer opdrukken in een ronde. Dan zie je veel gasten na zeven, acht keer breken. Zo laag ligt de lat. Het leuke is dat we die andere individuele sporters hebben rondlopen, judoka’s, boksers, basketballers, van alles. Nou, dan zien die voetballers dat wat voor hun de norm is, in een andere sport niks voorstelt. Dan gaan ze zich realiseren dat het niet normaal is je slecht te voelen, dat het niet normaal is slecht te slapen, dat het niet normaal is Snus te gebruiken, of alcohol te drinken.'
'Kijk naar Memphis Depay. Die is fysiek toch achteruitgegaan sinds hij bij Barça speelt?'
'Ik vind het onbegrijpelijk dat dit niet wordt aangepakt door clubs. Ik volg Barcelona op Instagram. Als je ziet hoe daar de fysieke training wordt beleefd… Net een speeltuin, alleen maar spelletjes en dingetjes. Maar kijk naar Memphis Depay. Die is fysiek toch achteruitgegaan sinds hij bij Barça speelt? Bij Olympique Lyon had-ie nooit wat, los van die kruisbandblessure. Tegenwoordig valt-ie van de ene blessure in de andere. Het resultaat van een verminderd fysiek level. En dan praat je over een van de grootste clubs ter wereld.’
Er is nog een wereld te winnen in de voetballerij. ‘Ik hoor van die jongens dat ze bij de clubs nog veel doen in groepsverband. Maar Malacia kan ik veel zwaarder belasten dan Kökçü. Zijn herstellend vermogen is beter, zijn fysieke voorwaarden zijn beter, zijn genen zijn beter. Met Orkun ben ik veel meer herstellend bezig. Ik weet dit, doordat ik ze ken. We hebben elke dag contact, ’s ochtends, ’s middags en in de avond. Hoe voelen ze zich? Wat gaat er niet goed? Zo leer je spelers te doorgronden. Bij clubs meten ze alles, hartslag, slaapritme. Maar als ik ze dan vraag wat er met die data wordt gedaan, zeggen ze allemaal: Niet zo veel. Nou, wij doen dat wel. Zonder poespas. Non-stop analyseren. We herkennen problemen. Ik weet wanneer iemand slecht heeft geslapen. Dan heb ik ’m al aan de lijn gehad. Ik zie hoe ze binnenkomen. Hoofd omhoog, of laag? Hangende schouders, of borst vooruit? Op basis daarvan bepaal ik hoe we trainen.’
NICOLAI JØRGENSEN
Wat hij doet, is onontgonnen terrein in de voetballerij. Kroon: ‘Wie doet wat wij doen bij een club? De fysiotherapeut. Een fysio moet spelers behandelen, maar in de voetballerij doen ze warming-ups, hersteltrainingen en noem maar op. Als je erover nadenkt, is dat toch raar? Ik denk dat er juist qua revalidatietrainingen bij Feyenoord nog veel winst valt te halen. Ik heb hier Nicolai Jørgensen gehad, vlak voordat hij naar Turkije (Kasimpasa, red.) vertrok. Hoe hij er fysiek voor stond… Schandalig. Hij liep van de ene in de andere blessure. Het eerste wat je dan doet, is zijn lijf analyseren. Bleek dat zijn lichaam vol storingen zat. Je moet het zien als een pc. Zit er een storing op de harde schijf, kan de muis weleens niet werken. Ik zie dat doordat ik zijn lichaam test. Bij Jørgensen hebben we de eerste week alleen maar alle rotzooi uit zijn lijf geprobeerd te halen. Zijn adductoren werkten niet, dus als hij zijn been naar binnen draaide, sloeg een bepaalde spier niet aan. Die moet je dus weer individueel aanpakken, net zolang tot die spier weer op volle kracht werkt. Jørgensen was toch niet opeens een slechte speler? Maar hij is nooit meer op niveau geweest.’
Behalve Malacia en Kökçü maakten ook Guus Til, Reiss Nelson en Lutsharel Geertruida een fysieke en mentale ontwikkeling door in de sportschool in Blijdorp. Kroon: ‘Til was een speler die hier binnenkwam van wie ik meteen zag: Hé, jij bent ermee bezig. Heel intelligent, stelt kritische vragen en dan krijg je interactie, dan haal je het beste uit elkaar naar boven. Reiss kwam hier na een telefoontje van Mikel Arteta. Hij speelde niet bij Feyenoord, dus Arsenal wilde hem terughalen. Dat motiveerde hem hard te werken en hij ging met sprongen vooruit. Tot-ie het opeens genoeg vond. Zonde, maar zijn pech, want hij was net op weg.’
'Als Lutsharel een liedje zingt doet hij dat met zo veel bravoure, dat veel artiesten er jaloers op zouden worden'
‘Geertruida is een van de meest onderschatte voetballers van Feyenoord. Zó goed. Zijn enige minpunt is dat-ie tegen zwakkere tegenstanders weleens wat gemakzuchtig uit de hoek kan komen. Maar ik durf te zeggen dat hem dat in een grote competitie niet overkomt. Kijk maar na: in de topwedstrijden staat Lutsharel er altijd. Toen hij kwam wist ik niet dat hij stotterde. We dachten nog: Aparte jongen. Zei niks. Later hoor je er dan van. Hij ging ook niet meer naar de logopedist. Daarover zijn we met ’m in gesprek gegaan. Hij heeft het weer opgepikt en je merkt dat het steeds beter gaat. En als je ’m hier ziet. Hij is zo op zijn gemak, dat hij helemaal niet stottert. En als hij een liedje zingt doet hij dat met zo veel bravoure, dat veel artiesten er jaloers op zouden worden.’
Miljoenen
Kroon rekent even snel uit. De Vrij, Vlaar, voor bij elkaar zo’n tien miljoen vertrokken ze naar Lazio en Aston Villa. Wat zal Malacia opleveren? Olympique Lyon nadert de vraagprijs van Feyenoord, die rond de vijftien miljoen zal liggen. Orkun Kökçü is nog veel meer waard. ‘We hebben hier miljoenen verdiend voor Feyenoord.’
Enige vorm van contact tussen Feyenoord en de sportschool van Kroon is er nog steeds niet. ‘Er is eigenlijk geen relatie’, zegt hij. ‘De jongens zeggen tegenwoordig gewoon dat ze bij ons voor zichzelf trainen. Dat durfden spelers voorheen niet. Ze hebben het nu ook gemeld bij de club. Een vorm van samenwerken op basis van wederzijds respect, zouden we wel overwegen. Het is ook niet zo dat ik een hekel heb aan Feyenoord. Ik vind het juist knap dat ze met een vrij smalle groep lang fit zijn gebleven en dat zeg ik niet omdat vijf spelers van de basis bij ons trainden. De manier hoe Arne Slot werkt, wat voor soort voetbal hij wil spelen en de energie die dat alles uitstraalt… Ik ben ook een trainer en als ik er met die ogen naar kijk, heb ik juist heel veel respect. Het lijkt of er langzaamaan echt iets aan het veranderen is.’
MEDAILLE
In de sportschool geen prijzenkast. Wat shirts aan de muur, geschonken door Elson, Vlaar, De Vrij, Malacia, Kökçü, Geertruida. Verder een paar vergeelde knipsels op een prikbord met interviews van topsporters die hier in Blijdorp de basis legden voor hun succes. Maar virtueel is de prijzenslag enorm. Wat hebben ze niet gewonnen?
'Hun succes voelt als mijn succes, óns succes'
Kroon: ‘Goud op WK’s, EK’s, nationale titels, Europese titels, we hebben eigenlijk alles wel gewonnen wat er te winnen valt, behalve olympisch goud. Die staat hoog op de lijst. Nouchka Fontijn was dichtbij, maar helaas. Roy Meyer gaat nog een keer voor Parijs 2024 en Myrthe Schoot met de volleybalvrouwen. Zo’n gouden plak zou het wel helemaal compleet maken, al slaap ik er geen minuut minder om, hoor. Weet je, vroeger was mijn droom profvoetballer te worden. Daarvoor was ik net niet goed genoeg, maar als ik nu naar mijn leven kijk. Ik bén prof, want ik leef alleen maar met en tussen de profs. Hun succes voelt als mijn succes, óns succes. Het succes van de sportschool. Als ze scoren of een assist geven, sta ik als een klein kind te juichen. Als ze me dan uit dankbaarheid zo’n wedstrijdshirt geven, is dat me net zoveel waard als een gouden medaille.’