Een spits van veertig jaar en een trainer die niet meteen herkenning oproept. De wederopstanding van AC Milan is even mysterieus als interessant. Hoe de geschiedenis in Milaan tot leven komt.
Een paar weken geleden stelde een Belgische journalist hem de vraag of hij herinneringen heeft aan de laatste prijzen van AC Milan. Alexis Saelemakers zat nog op de basisschool toen de club waarvoor hij nu speelt nog écht tot de verbeelding sprak. Hij was zeven toen de Rossoneri voor het laatste de Champions League wonnen en elf toen de Milanezen in 2011 hun laatste landstitel vierden. Een goede vraag dus. Met een nog beter antwoord. ‘Vooral herinneringen op de PlayStation eigenlijk’, vertelde de rechtermiddenvelder in gesprek met Sport/Voetbalmagazine. ‘Ik speelde altijd met Milan omdat ik een grote fan was van Ronaldinho en Kaká. Ik herinner me een paar grote avonden onder Silvio Berlusconi. Wanneer ik daar tegenwoordig video’s van bekijk, besef ik dat het toen echt wereldtop was. Je voelt nog altijd die ziel, die geschiedenis, als je San Siro betreedt. Ook op het trainingscomplex. Toen ik hier voor het eerst kwam, was alles nog bewaard, als een hommage aan de grote jaren. Het waren nog altijd dezelfde kamers, dezelfde bedden.’