De meeste gesprekken met trainers vlak voor een wedstrijd volgen een voorspelbaar stramien. Er wordt uitgelegd waarom iemand wel of niet in de basis staat, de verslaggever wijst daarna op de sterke punten van de meest bekende speler en de coach in kwestie knikt dan dat de spits van ploeg A inderdaad geen ruimte mag krijgen. De één-tweetjes langs de zijlijn zijn een traditioneel onderdeel van de voorbeschouwing. De coach moet even in beeld zijn geweest. Dat is eigenlijk het enige criterium van het praatje.
Erik ten Hag heeft daar verandering in gebracht. Hij heeft met zijn staf een paar dagen op een tegenstander gestudeerd, een tactisch plan bedacht en zijn ploeg meegenomen in zijn overwegingen en ideeën. Dat plan zweeft rond in zijn hersenpan en heeft hem als het ware in gijzeling. Hij kan alleen nog maar denken in de bewegingen van zijn ploeg.
Dat heeft een leuk bijeffect. De trainer van Ajax vertelt twintig minuten voor een belangrijke wedstrijd tot in detail hoe zijn ploeg op het veld staat, hoe hij verwacht dat de tegenstander gaat spelen en welke oplossingen we als kijker tegemoet kunnen zien.