Historisch. Dat was het. De zinderende voetbalavond van Ajax in Estadio Santiago Bernabéu. De Amsterdammers vernederden grootmacht Real Madrid en plaatsten zich voor het eerst in zestien jaar bij de beste acht van Europa. Het verhaal van een grootse collectieve en individuele prestatie.
COLLECTIEF
Geloof en vertrouwen
‘We hebben de intentie om het initiatief te nemen. In elke wedstrijd. Tegen elke tegenstander.’ Een dag voor de wedstrijd gaf trainer Erik ten Hag al een aanzetje voor wat komen zou gaan. Natuurlijk wist hij dat een loodzware opgave wachtte, maar evenzeer kende hij de kwaliteiten van zijn selectie. Met de juiste voorbereiding en het juiste plan groeide het vertrouwen bij de trainer. Hij was de KNVB dankbaar voor de rust, een uitstekende beslissing van de voetbalbond, waar alle clubs volop van mee profiteren. De voorbereiding op het duel in Madrid vond dan ook vol genoegdoening plaats. Een fitte selectie, vol honger en gretigheid om zichzelf aan de wereld te tonen. ‘De zogenaamde deskundigen hadden er geen vertrouwen in. Maar gelukkig de vierduizend Ajax-supporters hier in Madrid wel. En wij als staf met de spelers ook', sprak Ten Hag na afloop.
Zinnen over geloof, hoop en vertrouwen uit de monden van trainers in het voetbal. Vaak vol holle kretologie, maar bij Ten Hag met een gedachte. Hij wist samen met zijn staf de spelers te raken en klaar te stomen voor een historische avond. Ajax vocht als team, alweer, zoals het zo vaak in Europa dit seizoen deed. Waren er na de winterstop door alle transferperikelen nog scheurtjes in de selectie waar te nemen, inmiddels is de geest weer terug in de Ajax-fles. Ten Hag heeft er nooit geheimzinnig over gedaan. Een trainer van een topclub als Ajax staat altijd onder druk en moet alles zien te managen. Na de zwakke start van 2019 slaagde hij daarin. Samen met de spelers.