De uitverkiezing door uitgerekend Marco van Basten, de aanwezigheid van jeugdheld Johan Cruijff, het shirt met rugnummer 10: Barry van Galen beleefde zijn enige Oranje-interland als in een roes. 'Raar hè, dat je jezelf op zo'n mooi moment totaal niet onder controle hebt.'
Barry van Galen weet de stoelnummers van de heenvlucht nog exact uit zijn hoofd. Zeker de stoel waarop hij halverwege de reis naar Barcelona terechtkwam. 'Op een gegeven moment werden er spelers om de beurt naar voren geroepen', gaat Van Galen twintig jaar terug in de tijd. 'Even op gesprek bij de trainers. Marco van Basten zat op stoel 1A, zijn assistent John van 't Schip op 1C. En opeens zat ik op 1B, tussen ze ingeklemd. Bloednerveus. Het was een soort roes, want ik kan me niks herinneren van dat gesprek. Alleen dat ik een paar keer ja heb gezegd. Eigenlijk is dat het gedrag van een debutant van twintig jaar. Ik was 34. Maar ja, ik was gewoon diep onder de indruk.'