
De grootste Champions League-nederlaag ooit van een Nederlandse ploeg. Op 4 maart 2025 schreef PSV historie op een ontluisterende manier. Arsenal speelde met de ploeg van Peter Bosz (1-7), die in de afgelopen week ook al de perspectieven op de titel verder zag vertroebelen en pijnlijk uitgeschakeld werd in het bekertoernooi. Hoe moet het verder met Bosz en PSV? De trainer blijft in elk geval strijdbaar.
In oorverdovende stilte druppelde ruim voor het einde van PSV - Arsenal (1-7) het Philips Stadion leeg. Weggespeeld, afgedroogd. De grootste Champions League-nederlaag van een Nederlandse club ooit. De grootste thuisnederlaag voor PSV in 69 jaar betaald voetbal. Negentig minuten lang kreeg de ploeg van Peter Bosz geen enkele vat op de razendsnelle positiewisselingen van Arsenal. Talloze illustratieve momenten waren er. Dan stond Noa Lang ineens weer als laagste PSV’er op het veld om de almaar zwervende Jurriën Timber te volgen. Martin Ødegaard waande zich veelvuldig in een speeltuin, vrolijk en vooral vrij dartelend, niemand in zijn buurt in een straal van vele meters. Wat een geweld van Arsenal, zó goed op elkaar afgestemd, zó effectief.
Maar wat óók beklijft: hoe kon PSV het zó uit de hand laten lopen? Niemand die de ploeg van Bosz een nederlaag tegen Arsenal verwijt, maar soms gaat het ook om vuile meters willen maken, met je man meelopen, omschakelen. Om bereidwilligheid. Daar ging het de laatste weken al veel vaker over, want verwarrende weken waren het natuurlijk al voor PSV. In recordtempo van vijf punten voorsprong op Ajax in de competitie naar acht punten erachter. Uitschakeling in het bekertoernooi. En in die instorting, ontegenzeggelijk de heftigste in de Eredivisie-historie, moest Arsenal - net als Juventus eerder in de tussenronde - dan maar dienen als doekje voor het bloeden.