Hij was de Eredivisie-spits die ooit geboren werd in Zimbabwe, het shirt droeg van Bafana Bafana en in het vizier kwam van Louis van Gaal. WK-finalist Theo de Jong haalde hem weg uit Zuid-Afrika. Via NAC Breda en FC Groningen maakte hij naam in Nederland: Glen Salmon.
Salmon verloor zes jaar geleden zijn vrouw. De liefde van zijn leven had een alcoholprobleem en lag op een ochtend dood naast hem. Sindsdien staat zijn leven in het teken van zijn kinderen. Mede daarom besloot hij, na een gewapende overval, te emigreren. Hij verliet noodgedwongen de voetballerij en is inmiddels een schoonmaakbedrijf begonnen in Schotland.
Plots stonden er vijf mensen met pistolen op me gericht. Een brute overval. Mijn portemonnee, horloge, telefoon, alles werd afgenomen.
Opgroeien in de Apartheid
Drie jaar was Salmon toen zijn ouders besloten Zimbabwe te verlaten. Direct zodra Robert Mugabe president wordt van het Afrikaanse land hebben ze door dat er weinig toekomst is te vinden in Harare, de hoofdstad. Later richt de dictator, die uiteindelijk 37 jaar de macht heeft, het land ten gronde. Familie Salmon is al lang en breed naar Zuid-Afrika vertrokken.
'Ik was drie toen we vertrokken. Mijn vader was een Engelsman, mijn moeder een Schotse. In Zimbabwe bouwden ze aan hun toekomst. Tot Mugabe aan de macht kwam. Ze hadden het achteraf snel door, want die man heeft het hele land naar de klote geholpen. En hij bleef maar aan de macht. Tien, twintig, dertig jaar. Uiteindelijk lag het land op z’n gat. Op alle vlakken.'
'In Zuid-Afrika gebeurde later hetzelfde, vanwege het lange aanblijven van het ANC. De partij van Nelson Mandela, inderdaad. Toen hij aan de macht kwam, veranderde ook daar alles, maar juist ten goede. Toen ik als kind in het Zuid-Afrikaanse Durban opgroeide, had ik geen idee van de Apartheid. Ik merkte er niets van. Wij kwamen uit Zimbabwe, daar bestond dat niet. Ik leefde gewoon, ging voetballen op straat, met vriendjes. Ik kwam ook niet uit een traditionele boerenfamilie. Nee, mijn vader verkocht sproei-installaties, mijn moeder was receptioniste. Verschillen zag ik niet. Achteraf besef ik dat het anders zat. Bij de amateurclubs waren 95 procent van de voetballers blanke jongens.'