
Ajax is hard op weg naar de landstitel. Het zou een enorme prestatie zijn, gezien waar de club vandaan komt. Toch blijft de manier van spelen onderwerp van discussie, want oogstrelend is het nog niet. Dat heeft voor een groot deel met de kwaliteiten in de spelersgroep te maken, maar ook met filosofie van de trainer. Drie manieren waarop Francesco Farioli controle boven spektakel verkiest.
1. Geduldig opbouwen
De oefenwedstrijd tussen Ajax en Sint-Truiden begin juli is nog geen minuut bezig, als Francesco Farioli van de zijlijn naar de dug-out snelt. Daar hurkt hij neer naast Kenneth Taylor om hem iets in te fluisteren. ‘Dat ging over een momentje dat in de training was gebeurd’, vertelt Taylor achteraf. ‘Ik veroverde de bal in de elf-tegen-elf en wilde gelijk vooruit, maar ik speelde de bal verkeerd. Nu gebeurde precies hetzelfde met Kian (Fitz-Jim, red.). Dus de trainer kwam naar me toe om me daarop te wijzen. “Dit zijn momenten dat je even op safe moet spelen, dat je de bal even rustig naar achter moet spelen, zodat je weer opnieuw kunt beginnen”, zei hij.’
Dat specifieke onderonsje vat de principes van Farioli in de opbouw aardig samen. De Italiaanse trainer streeft in alles naar controle, het liefst door via korte passes het balbezit te domineren. Net als zijn leermeester Roberto De Zerbi gelooft Farioli in het zorgvuldig rondspelen van de bal om de tegenstander naar voren te lokken of in elk geval in beweging te brengen. Van alle achttien teams in de Eredivisie verstuurt Ajax met afstand de meeste passes op de eigen speelhelft en komt de keeper het vaakst aan de bal.