Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 103 gaan we in op de opmerkelijke pinpaslimiet van Juventus.
Er zijn weinig clubs in Europa te vinden waar structureel zoveel geld wordt verloren als bij Juventus. Twee misschien; AS Roma en Paris Saint-Germain, maar dan houdt het ook wel op. Zelfs FC Barcelona is nog een best rendabele club vergeleken met de recordkampioen van Italië, waar al zeven jaar geen enkele keer winst werd geboekt. In die periode verdampte 900 miljoen. Een ommekeer is voorlopig nog niet in zicht. Het Allianz Stadion lijkt wel een grote zwart-witte geldverbrandingsoven. En dan met Teun Koopmeiners toch doodleuk de duurste speler van Italië kopen? Het kan allemaal in Turijn, waar PSV dinsdag het Champions League-seizoen aftrapt.
Koopmeiners ging afgelopen zomer in staking. Atalanta vroeg liefst zestig miljoen. Een bedrag dat Juventus niet kon of wilde betalen. Totdat Deadline Day in zicht kwam. Juventus zou Juventus niet zijn als toch weer vriend en vijand werd verbaasd door 55 miljoen neer te leggen – één van de grotere deals die deze zomer wereldwijd werden gedaan. We zagen de Nederlander kort daarna door een uitzinnige menigte onthaald worden bij de clubkantoren, waar nog niet zo gek lang geleden een schaduwboekhouding werd gevonden die Juventus een jaar achterop wierp in het topvoetbal.
Immers, komende week maakt Juventus een comeback na een seizoen afwezig te zijn geweest in de Europese competities.