De wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv is er donderdag één tussen clubs die zijn gevormd door twee telgen uit dezelfde familie. Johan Cruijff was een dusdanige pionier voor Ajax dat de Amsterdammers hem postuum eerden met de naam van hun stadion. Tegenstander Maccabi is opgebouwd door Jordi Cruijff, tussen 2012 en 2018 als technisch directeur en later trainer actief bij de club. Dit is het verhaal van de Maccabi-jaren van Cruijff junior. 'Je kan het voetbal in Israël opdelen in twee periodes: die vóór Jordi en die ná Jordi.'
Het Israëlische clubvoetbal heeft, in Europese context, geen rijke geschiedenis. Pas in 1991 switcht het land, ingegeven door de geopolitieke situatie, naar de UEFA. Een jaar later doen ze voor het eerst mee aan de clubcompetities. Maccabi Tel Aviv (25 keer kampioen) is vanaf dan een reguliere gast in de kantlijn van de Europese toernooien, net zoals de twee andere traditionele grootmachten: Maccabi Haifa (15 titels) en stadgenoot Hapoel Tel Aviv (13). Maccabi is in die tijd tanende. Tussen 1979 en Cruijffs aantreden zijn ze slechts vier keer de beste van het land. De laatste titel dateert dan uit 2003, in 2012 eindigt Maccabi als zesde. In de tussentijd bereiken ze wel de Champions League-poulefase, waarin ze laatste worden maar warempel wél van Ajax winnen. Het is een spaarzame opleving.
Eerst een zak geld, daarna ook goals
De club had toen in de persoon van de Canadese miljardair Mitchell Goldhar al wel een schatrijke eigenaar. Maar goed: een wijs iemand verklaarde ooit dat hij nog nooit een zak geld een doelpunt had zien maken. Het klinkt wat simplistisch om te stellen dat alles veranderde met het losweken van technisch directeur Jordi Cruijff bij het Cypriotische AEK Larnaca. Toch is dat de lezing van zo'n beetje iedereen die het zou kunnen weten.