In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Jordi Paulina (20), die bij Borussia Dortmund in een droomwereld is beland.
Heel soms denkt Paulina er even aan hoe zijn leven eruit had gezien als hij vorig jaar niet die geweldige wedstrijd tegen Ajax had gespeeld. Dan was hij nu student psychologie, had hij waarschijnlijk voor het eerst zijn ouderlijk huis in Odijk ingeruild voor een studentenhuis in Amsterdam én had hij twee of drie avonden in de week getraind bij een amateurclub. ‘Was ook niet verkeerd geweest, had ik ook vrede mee gehad’, lacht Paulina in Helvaci Ali, een koffietentje in Wattenscheid, een stadje op een half uur rijden van zijn woonplaats Dortmund.
Het verhaal van Paulina is bekend: zijn leven heeft het afgelopen half jaar een compleet andere wending gekregen. Na zijn wedstrijden in de KNVB-beker met amateurclub USV Hercules maakte hij een transfer naar Borussia Dortmund. Nadat hij vorig jaar potjes had gespeeld in de Derde Divisie tegen clubs als SV Urk, DOVO en VV Hoogeveen, deelt hij nu het trainingsveld met spelers als Donyell Malen, Emre Can en Julian Brandt. Alsof het allemaal nog niet gek genoeg was, maakte hij eind oktober zijn debuut voor de hoofdmacht van BVB, voor 25 duizend toeschouwers op bezoek bij VfL Wolfsburg. Er verschijnt een brede grijns op zijn gezicht: ‘Dan heb ik toch wel mijn voorkeur voor dit leven.’
Nadat Paulina zijn eigen hoogtepunten tegen Ajax had gedeeld op Tiktok, ging de video compleet viraal en namen talloze zaakwaarnemers contact met hem op. Zo ook de Duits-Tunesische agent Makram Naceur van NACR Sports, die een stage voor hem regelde bij de gigant uit het Ruhrgebied, waar Paulina vervolgens een contract afdwong. Afgelopen zomer maakte de jonge aanvallende middenvelder/spits zich klaar om definitief naar Dortmund te verkassen. In eerste instantie sloot hij aan bij de beloftenploeg van Dortmund, dat uitkomt in de 3. Liga.
Eerste schooldag
Het voelde een beetje hetzelfde als een eerste schooldag, vertelt hij. ‘Spannend natuurlijk. Ik weet van mezelf dat vrienden maken me meestal wel lukt, maar in een nieuw land en in een andere taal is het natuurlijk net wat anders.’ Op zijn eerste dag moest hij direct flink aan de bak met een lactaattest, waarbij aan de hand van bloeddruppels de intensiteit van de trainingen van de spelers wordt bepaald. ‘Ik moest drie minuten veertien kilometer per uur rennen, drie minuten zestien kilometer per uur, drie minuten achttien kilometer per uur en dat dan zo lang mogelijk door. Dat is eigenlijk de zwaarste test die je als voetballer kunt krijgen.’ Daarna heerlijk nuchter: ‘Ging best aardig.’