Schotland op bezoek was jarenlang een feest voor iedere nationale ploeg. Kroegbazen wreven zich in de handen over een omzetpiek. Lokale politiekorpsen keken stomverbaasd toe hoe de stomdronken Schotten aan het eind van een gezellige avond naar huis strompelden, zo goed en zo kwaad als het ging. En tegenstanders? Die hadden helemaal reden tot lachen. Voor het grootste deel van deze eeuw leek het wel alsof Schotland elf van die willekeurige dronkenlappen uit het café had geplukt, om ze vervolgens met voetbalschoenen en scheenbeschermers het veld op te sturen.
Voor Euro 2024 is veel hetzelfde: ze komen met veel, ze komen in vrede en ze komen met een amper te lessen dorst. Wat anders is: ze hebben voor het eerst sinds de jaren '80 ook een serieuze ploeg bij zich voor onder meer de openingswedstrijd van het toernooi, vrijdagavond tegen Duitsland. Een ploeg met de duidelijke handtekening van zijn manager, Steve Clarke, de lievelings-assistent van José Mourinho, is de man die voorzichtig optimisme teweegbrengt in een natie van notoire zwartkijkers. Hoe heeft hij dat geflikt?