Dit weekend keek ik naar voetballende jongetjes. Op een veldje niet ver van mijn huis waren vier stapels jassen neergelegd en meteen sloeg er een golf nostalgie door mijn lichaam. Ach man, voetballen tot je kleine broertje je kwam halen. ‘Het eten staat op tafel. Kip met dingen enzo. Je moet meteen meekomen, zegt mamma.’ Nu was ik 62 en kook ikzelf mijn eten.
Een kleine, linksbenige jongen met zwart haar scoorde en kuste zijn shirt. Ik zag geen embleem, maar dat maakte blijkbaar niets uit. Ik zag twee andere jongetjes snel een kruis maken en een watervlug spelertje stond na een doelpunt doodstil op het gras, keek naar boven en wees met zijn vinger naar de wolken.
Dit column is afkomstig uit het VI-weekblad. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat.