Deze maand komt voor Kazachstan een einde aan een rampzalige WK-kwalificatiereeks, terwijl de nationale topclub FK Astana in de Europa League op weg is naar een roemloze aftocht. Het roept de vraag op wat dit land is opgeschoten met zijn transfer van de AFC naar de UEFA in 2002. Het antwoord valt terug te voeren op aloude Sovjet-politiek.
Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zorgt begin jaren negentig voor het ontstaan van tal van landen én nationale voetbalelftallen. De voetbalbonden van de nieuwe naties aan de westzijde van de voormalige communistische heilstaat – Estland, Letland, Litouwen, Wit-Rusland, Moldavië en Oekraïne – zoeken aansluiting bij de UEFA. Landen aan de zuidkant – Turkmenistan, Oezbekistan, Kirgizië en Tadzjikistan – worden lid van de AFC.
Maar er zijn vier voormalige Sovjetrepublieken die een keuze moeten maken. Namelijk landen die volgens verschillende geografische en politieke definities zowel tot Azië als Europa gerekend worden. De drie naties in het Kaukasusgebied – Armenië, Azerbeidzjan en Georgië - kiezen uiteindelijk voor de UEFA. Kazachstan – sinds zijn zelfstandigheid in 1991 een van de grootste tien landen ter wereld – opteert voor de AFC.
Kazachstan kent een uiterst succesvolle geboorte als voetbalnatie. Het wint in 1992 een onderling oefentoernooi met de andere Centraal-Aziatische ex-Sovjetrepublieken. Vijf jaar later neemt het land voor het eerst deel aan de Aziatische WK-kwalificatiereeks. De eerste ronde verloopt uitstekend. Met twaalf punten uit vier duels haalt het land het volle pond in een groep met Irak en Pakistan. In de daaropvolgende groepsfase – waarin de WK-tickets worden verdeeld – delft Kazachstan het onderspit. Remises tegen uiteindelijke WK-deelnemers Japan en Zuid-Korea (allebei 1-1) tonen echter aan dat Kazachstan begint uit te groeien tot serieuze voetbalnatie. Dat wordt bevestigd in de daaropvolgende cycli richting de Azië Cup van 2000 en het WK van 2002. In de eerste reeks komt Kazachstan één punt tekort voor deelname aan het eindtoernooi, in de tweede serie staat slechts doelsaldo een plek op de finaleronde in de weg.
Daarmee ziet de toekomst er zonnig uit voor Kazachstan. Helemaal wanneer de Kazachse clubs begin deze eeuw ook beginnen te presteren. Waar de vaderlandse topclubs in de jaren negentig telkens al in de voorronden van de voorloper van de Aziatische Champions League strandden, haalt FC Irtysh in 2001 de halve finale van dat toernooi. Het is het grootste succes van het Kazachse voetbal. En dat zal het nog wel even blijven.