Johan Neeskens: keihard en kwetsbaar
PRO

Johan Neeskens: keihard en kwetsbaar

Johan Neeskens is overleden. Naar aanleiding van dit trieste nieuws brengen we een verhaal dat we in 2016 rond zijn 65ste verjaardag maakten opnieuw onder de aandacht.

Dit verhaal over Johan Neeskens uit het VI-archief is ook voor niet-abonnees in zijn geheel te lezen.

Destijds was het een beetje heel erg stil rond Neeskens, constateerde auteur Frans van den Nieuwenhof. Eigenlijk sinds hij op 1 april 2013 de stekker uit de Johan Neeskens Foundation trok, een stichting die hij samen met zijn vrouw Marlis had opgericht toen hij vijftig werd. Ruim elf jaar lang ondersteunde Neeskens kinderen met een beperking. Vlak voordat de stichting viel, kreeg Neeskens ontslag als trainer van Mamelodi Sundowns, een club in Zuid-Afrika.


Een interview om mee te werken aan een artikel over zijn 65ste verjaardag slaat hij vriendelijk af. Vriendelijk is hij beslist. Altijd geweest. Soms was zijn zachtaardige karakter een verraderlijke bondgenoot, maar daar staat een grenzeloze populariteit tegenover. In Barcelona adoreren de fans hem nog steeds en elke Nederlandse liefhebber die Neeskens zag spelen, heeft een zwak voor hem. FC Barcelona is voor altijd zijn club. ‘Meer nog dan Ajax’, zegt hij later.

Een voetballer zoals hij zou ook nu moeiteloos in de top meekunnen. Want Neeskens was het prototype van De Complete Middenvelder. Hij kon alles. Was technisch goed, tactisch en verdedigend ongekend sterk, hij scoorde veel en was een gouden vent in de kleedkamer. Behalve op momenten dat hij even de greep op het leven verloor. Dan was Neeskens nergens.

Een gemakkelijk bestaan had hij niet. Neeskens, geboren in Heemstede op 15 september 1951, leert in zijn prille jeugd wat vechten is. Zijn moeder is ziekelijk, ze lijdt aan astma, aan tuberculose en heeft maar één long. Zijn vader werkt bij de Hoogovens in de staalverbranding en is geen sportman. ‘Hij stond liever aan de zijkant te kankeren’, vertelt Neeskens eens. Vanuit zijn jongenskamertje kijkt Han – zo noemt moeder haar jongste zoon – uit op de kippen, koeien, varkens en hazen, die zijn vader houdt. Vaak gaan ze ’s middags samen met paard-en-wagen de wijk door, om schillen te halen voor de dieren. Die klusjes doet hij zelfs nog als hij later in het eerste van RCH speelt. ‘Af en toe geneerde ik me wel, dat je overal om schillen en oud brood moest vragen.’

Af en toe geneerde ik me wel, dat je overal om schillen en oud brood moest vragen
Johan Neeskens

Neeskens is de grote trots van zijn opa Jilles, maar heeft het op school moeilijk. Bij sommige schoolvriendjes is hij thuis niet welkom. ‘Ik was niet goed genoeg’, zegt hij daar later over. ‘Je kon merken als ik met die jongens omging, dat ze dachten: hij is maar een dommerik. Maar tijdens de gymnastieklessen sloeg ik terug. Dan was ik de beste. Of het nou hardlopen, verspringen of hoogspringen was; ik won de prijzen.’

Neeskens volgt de lts in Hoofddorp, op vijftien fietskilometers van zijn huis. Hij is succesvol in het honkbal en wordt op het jeugd-EK in Rome uitgeroepen tot beste slagman. Als zestienjarige voetballer van RCH trekt Neeskens de aandacht van Barry Hughes, die hem naar Haarlem wil halen. Dat mislukt, maar voor Neeskens is de interesse de aanzet tot een opvallend besluit. Tegen zijn vader zegt hij: ‘Pa, ik ga proberen met voetballen mijn geld te verdienen. Ik waag de gok.’

Piet Peeman zet hem bij RCH in het eerste. Het komt de trainer op veel kritiek te staan. ‘Die jongen is nog een kind, hij gaat eraan kapot’, waarschuwen enkele jeugdleiders. Neeskens trekt zich op aan het fanatisme van Peeman. Als centrale verdediger moet hij het in de Eerste Divisie opnemen tegen gevreesde midvoors als Wytze Couperus van Haarlem en Tonny van der Linden van Elinkwijk. 

Dé strafschop in de WK-finale van 1974 tegen West-Duitsland.
© ProShots
Dé strafschop in de WK-finale van 1974 tegen West-Duitsland.

Neeskens heeft pas vijf duels in RCH 1 gespeeld als bondscoach Arie de Vroet hem opneemt in het nationale UEFA-team. De Heemskerker biedt een ploeg iets extra’s. De Vroet: ‘Wij in Nederland hebben altijd wel knappe voetballertjes gehad. Jongens met een fijne techniek en zo. Maar in grote toernooien komt er meer bij kijken. Dan moet de body worden gebruikt. Neeskens is iemand die zich, hoe jong ook, niet laat intimideren.’

Bij de UEFA’s belandt hij in één elftal met Wim Rijsbergen, Johnny Rep, René van de Kerkhof en Bert van Marwijk. Het team maakt indruk tijdens het jeugd-EK door op Ibrox Park met 0-1 van Schotland te winnen. In de finale tegen de DDR wordt het 1-1, waarna de Oost-Duitsers via loting worden aangewezen als toernooiwinnaars.

In Haarlem verdient Neeskens de kost met het schrobben van gangen en portieken in de flatgebouwen. Thuis is het geen vetpot. Zijn oudere broer Jilles woont er ook, samen met vrouw en kind. Het is er vochtig en tochtig. In de zomer van 1970 kraken de twee broers een huis in Haarlem. ‘Iedere dag was het feest’, herinnert Neeskens zich later. ‘Totdat we er na een dag of tien toch zijn uitgezet.’

Na de zomer verandert zijn leven compleet. Neeskens kan naar Ajax, waar zijn grote idool Johan Cruijff speelt. De club uit Amsterdam heeft 225 duizend gulden voor hem over. Neeskens denkt: als ik over anderhalf jaar in het eerste speel, dan heb ik het goed gedaan. De tweede oefenwedstrijd is die tegen Chelsea. Hij valt in voor Gerrie Mühren en raakt zijn plaats nooit meer kwijt. ‘Ajax heeft er een ster bij’, schrijft de pers.

Trainer Rinus Michels wil meer hardheid en duelkracht op het middenveld zien. De coach koppelt twee brekers aan elkaar: Nico Rijnders is de andere helft van het duo. In een interview bekent Neeskens: ‘Ik treed nooit zachtzinnig op. Dat komt doordat ik iets te weinig techniek heb. Mijn inzet en hardheid moeten dat compenseren.’ Met ogenschijnlijk gemak trotseert Neeskens tal van blessures. Ook een gebroken neus of een lichte hersenschudding deren hem niet. ‘Zijn lichaam is van zijn heup tot zijn enkel vaak bont en blauw’, verklapt zijn moeder.

Op jonge leeftijd is Neeskens al wars van alle aandacht die de pers voor hem heeft. ‘Ik durfde geen interviews te geven. Ik was bang dat de mensen zouden zeggen: Hij voetbalt goed, maar kan zijn mond niet opendoen.’

Oranje

Op 5 oktober 1970 wordt hij opgeroepen voor Jong Oranje. Vier weken later maakt hij op uitgekiende wijze het beslissende doelpunt tijdens de Europa Cup-wedstrijd tussen FC Basel en Ajax (1-2), waarna bondscoach Frantisek Fadrhonc hem opneemt in de selectie van het Nederlands A-elftal. ‘Ik sta perplex’, is het enige citaat dat uit Neeskens’ mond wordt opgetekend.

Zonder Cruijff, die op het punt staat vader te worden, verliest Oranje op 11 november met 1-0 van de DDR. Ploeggenoot Willem van Hanegem is lyrisch over de debutant. ‘Neeskens speelde geweldig’, reageert De Kromme na de wedstrijd. Journalist Maarten de Vos schrijft in De Tijd: ‘In een half jaartje is hij uitgegroeid van een provinciaaltje tot een gevierd international.’

De overgang van RCH naar Ajax is loodzwaar. Van twee trainingen per week naar een leven als full-prof vraagt veel van zijn lichaam. Soms moet hij na een training overgeven. Michels zet de rem erop bij Neeskens. Hij adviseert hem ‘eens goed op stap te gaan’, want: ‘Soms moet je alles opzijzetten. Het helpt niet als je steeds vroeger naar bed gaat of steeds harder gaat trainen. Je moet goed aan de zwier, een stevig glas gaan drinken en vergeten dat je profvoetballer bent. Niet één dag, maar twee of drie. Je zult zien dat het helpt.’

Neeskens neemt het advies van Michels ter harte en verwerft de reputatie van een stapper. Zijn populariteit in Amsterdam en omgeving is groot. Ruud Krol en hij zijn vrijgezel en ontvangen bij Ajax regelmatig liefdesbrieven van enthousiaste meisjes. Michels spreekt hem uiteindelijk aan op het gedrag dat hij eerder stimuleerde. Dat maakt Neeskens woedend. Hij durft zijn coach er niet mee te confronteren en stort zijn hart uit bij Sjaak Swart, de nestor van het elftal.

Swart is als een tweede vader. Op de zaterdagavonden logeert Neeskens vaak bij hem. ‘Dan zit hij lekker ontspannen in pyjama tv te kijken’, vertelt Swart. ‘Ik weet precies wat ik tegen hem moet zeggen. Hij is daar erg gevoelig voor. Je mag nooit zeggen: Je móét dit of je móét dat. Dan wordt hij te fel, te geprikkeld. Als je hem rustig zijn gang laat gaan, is hij een onbetaalbare kracht voor je team.’

In de Europa Cup-finale tegen Panathinaikos (2-0) speelt hij noodgedwongen rechtsback. Ook bij Oranje laat Neeskens zien hoe veelzijdig hij is. Op weg naar het WK van ’74 is hij thuis tegen Noorwegen de smaakmaker. Het wordt 9-0 en Neeskens scoort drie keer. Drie weken later opent een deel van de Nederlandse pers een spervuur van kritiek op hem. In en tegen België heeft hij Paul Van Himst uit de wedstrijd gespeeld. Of gespeeld? Geschopt, vinden sommigen. In de Volkskrant spreekt sportjournalist Frans Ensink zijn afschuw uit over Neeskens. ‘De grote schaver’, noemt de krant hem. Dertien overtredingen in één wedstrijd – het is een schande. Ensink schrijft: ‘Neeskens was de grote boosdoener in het stadion. Eerst probeerde hij Wilfried Van Moer met lichamelijk geweld uit te schakelen, later werd Van Himst zijn doelwit. Wat mankeerde Neeskens door zo vaak en zo hard de spot te drijven met de spelregels? Hij leek wel door het dolle heen.’

‘De grote schaver’, noemt de Volkskrant hem. ‘In een wedstrijd dertien overtredingen - het is een schande’

Cruijff neemt het op voor zijn ploeggenoot. ‘Neeskens heeft ons gered’, zegt de meester na de 0-0. Die uitspraak helpt hem, want kritiek is voor Neeskens zwaar te verdragen. ‘Daar was ik helemaal kapot van. Ik heb vreselijk zitten janken. Huilbuien gehad, in de put gezeten en gedacht: Ik speel nooit meer voor Oranje. Zover was ik heen.’

Hij oogt mentaal sterk, maar is ook kwetsbaar en introvert. Bovendien is Neeskens veel méér dan alleen een sloper. Hij is technisch, behendig en dynamisch. Neeskens groeit uit tot de complete middenvelder, zoals het voetbal die nog nooit heeft gekend. Hij kan de spelmaker van de tegenpartij uitschakelen (zoals Sandro Mazzola in de Europa Cup I-finale tegen Internazionale in 1972), maar duikt net zo gemakkelijk op in het vijandelijke strafschopgebied.

Op weg naar het WK valt Ajax uit elkaar. Na drie succesvolle jaren met Ajax vertrekt Cruijff naar FC Barcelona. Neeskens volgt hem een jaar later. In zijn laatste seizoen (1973/74) wordt Neeskens met vijftien doelpunten clubtopscorer. Na een verliespartij tegen promovendus De Graafschap (1-0) verspeelt Ajax in april 1974 de titel. Het blad Deze Week publiceert twee dagen later een hoofdartikel met de kop: AJAX GAAT STUK AAN DRANK EN VROUWEN.

Het betreft een uitspraak van de trainer, George Knobel. Hij zegt: ‘Het is helemaal verziekt, iedereen doet maar wat-ie wil. Het enige beetje zelfdiscipline dat ze moeten opbrengen is: ga toch op tijd naar bed en ga niet achter de wijven aan of loop je niet te bezatten.’ Het interview kost Knobel zijn baan.

Ik voerde uit wat Cruijff zei. Onvoorwaardelijk
Johan Neeskens

Precies elf weken later plaatst Oranje zich voor de finale van het WK in West-Duitsland. De Ajacieden zijn in topvorm. Neeskens groeit uit tot een van de sterren van het toernooi en is goed voor vijf doelpunten, waarvan drie uit een strafschop. De snoeiharde penalty van Neeskens wordt een iconisch beeld: hij maakt er twee tegen Bulgarije en één in de finale tegen West-Duitsland. Ook tegen Brazilië scoort Neeskens op typerende wijze. Hij rondt een steekpass van Cruijff af met een wilskrachtige en beheerste sliding. Neeskens is meer dan ooit de perfecte adjudant van Cruijff. ‘Johan zag in mij dé man om als ploeg pressie te kunnen spelen’, verklaart hij later. ‘Ik voerde uit wat hij zei. En ik luisterde naar hem. Onvoorwaardelijk. Cruijff liet een heel elftal beter spelen, omdat hij situaties voorzag.’

Barcelona

Na vier jaar Ajax kan Neeskens een prachtig rapport overleggen. Twee keer landskampioen, driemaal winnaar van de Europa Cup, één keer van de KNVB-beker en meer dan 120 competitiewedstrijden in de benen, waarin hij ook nog eens 33 keer scoorde. Plus een zeer geslaagd WK, dat hem de vijfde plaats oplevert in de verkiezing van Europees voetballer van het Jaar. 

En hij is nog altijd maar 22 jaar. De wereld ligt aan zijn voeten, lijkt het. Maar andere geluiden zijn er ook. Van mensen die vrezen dat hij zijn lichaam verwaarloost en snel opgebrand zal zijn. Tevens komt hij in financiële problemen. Neeskens heeft samen met zijn compagnon Peter Steeman de Cocky’s Bar en het Wiener Café in Zaandam gekocht. Door verkeerde investeringen ontstaat er een schuld van twee ton. Er wordt beslag gelegd op zijn salaris en alle premies van het Nederlands elftal gaan linea recta naar de fiscus. Cor Coster, schoonvader en zaakwaarnemer van Cruijff, begeleidt Neeskens bij zijn transfer naar FC Barcelona, waar de middenvelder los van een riant salaris een handgeld opstrijkt van een half miljoen dollar. De financiële zorgen lijken op slag voorbij.

Het faillissement typeert Neeskens. Hard en meedogenloos binnen het veld, goedgelovig en wat naïef erbuiten. Zijn omgeving kenschetst hem als een man met een heel zacht karakter. ‘De mensen vonden me een vreselijk aardige gozer’, zegt hij er zelf over.

In Catalonië noemen ze hem El Torero, De Stierenvechter. De verwachtingen zijn hoog nu Barcelona voor het eerst sinds veertien jaar weer kampioen is geworden. Met Neeskens in het team lukt het niet die prestatie te evenaren. In het seizoen 1974/75 eindigt de ploeg als derde. Thuis blijft Barcelona ongeslagen, uit verliest het twaalf van de zeventien wedstrijden.

In de vier jaren erna moet de club in eigen land buigen voor de hoofdstedelijke suprematie van Real en Atlético Madrid. In ’76 wordt Neeskens clubtopscorer en is hij de eerste buitenlander die wordt gekozen tot Voetballer van het Jaar. Een ander hoogtepunt is het winnen van de Europa Cup voor bekerwinnaars in 1979. Fortuna Düsseldorf verliest na verlenging met 4-3. 

Neeskens kijkt voldaan terug op die periode in  Camp Nou. ‘Vanwege de entourage speelde ik er elke wedstrijd met kippenvel op mijn lijf. Na vijf jaar wilden ze verder met Alan Simonsen. Had ik geen problemen mee. Ik heb in Barcelona een geweldige tijd gehad, met de verkiezing tot Voetballer van het Jaar als hoogtepunt.’

Bij Oranje gaat het er tussen ’74 en ’78 onrustig aan toe. Na het WK in West-Duitsland komt er een nieuwe bondscoach, Knobel nota bene. Cruijff en Neeskens krijgen zo hun privileges. Voor de oefenwedstrijd in en tegen Zweden, op 4 september ’74, verschijnen zij een dag te laat op het appèl én laten zij zich vergezellen door hun echtgenotes. Cruijff gebruikt zijn column in De Telegraaf om dat gedrag te verklaren. ‘Ik zie niet in wat er verkeerd aan is om je vrouw mee te nemen naar een voetbalwedstrijd’, laat hij noteren. Oranje wint met 1-5, Neeskens scoort twee keer.

De spelers van PSV hebben zich voor dit duel afgemeld. Beide gebeurtenissen krijgen een jaar later een staartje. Op 10 september ’75 arriveren Cruijff en Neeskens opnieuw een dag te laat voor een uitwedstrijd, deze keer in Polen. Dat zint Jan van Beveren en Willy van der Kuijlen (beiden PSV) niet. De laatste roept: ‘Daar zullen we de koningen van Spanje hebben.’ Er ontstaat een rel met Van Beveren en Cruijff als middelpunt, maar met Van der Kuijlen en Neeskens als secondanten. De PSV’ers besluiten zich niet langer beschikbaar te stellen voor Oranje.

Op het EK verliest Neeskens zichzelf. In de halve finale tegen Tsjechoslowakije krijgt hij na 76 minuten van scheidsrechter Clive Thomas de rode kaart wegens een bikkelharde tackle op Zdenek Nehoda. Dat is nogal dom, omdat de Tsjechoslowaken eerder met tien man kwamen te staan na een aanslag van Jaroslav Pollak op diezelfde Neeskens. Als in de verlenging, direct na de omstreden 1-2 van Nehoda, ook invaller Van Hanegem met rood van het veld verdwijnt wegens protesteren, verliest Oranje kansloos: 1-3. Een ontluisterend afscheid van een team dat qua rijpheid en potentie nog sterker is dan in 1974.

In 1978 bevestigt Neeskens tijdens het WK in Argentinië zijn wereldwijde reputatie als een van de hardste middenvelders die het voetbal kent. In de poulewedstrijd tegen Peru loopt hij een zware ribblessure op, die hem de duels met Oostenrijk en West-Duitsland in de tweede ronde kost. Maar in de eindfase van het toernooi verbijt hij alle pijn. Vijf injecties doen de rest. Met Neeskens knokt Oranje zich voorbij Italië, waarna het in de finale sneuvelt tegen Argentinië. Met bebloed shirt en bebloed gelaat verlaat Neeskens het veld.

Oranje vlak voor de WK-finale van 1978 tegen Argentinië.
Oranje vlak voor de WK-finale van 1978 tegen Argentinië.

Vlucht

Ze zeggen dat het een vlucht is, zijn transfer naar New York Cosmos. Feit is dat in de North American Soccer League (NASL) megasalarissen worden betaald. Neeskens moet nog 28 worden als hij medio 1979 in New York een vijfjarig contract tekent waar een beloning van zeshonderdduizend gulden per jaar tegenover staat. Een terugkeer bij Oranje zit er niet in. Neeskens laat in oktober ’79 weten ‘psychisch en fysiek niet in staat te zijn aan zo’n zware wedstrijd (in de DDR, beslissend in de EK-kwalificatiereeks, red.) deel te nemen’. In december zegt Neeskens wel zijn aanwezigheid toe bij een wedstrijd van het Wereldelftal dat voor Unicef tegen Borussia Dortmund speelt. Maar als de ploeg – met verder ook Cruijff en Krol – zich verzamelt, is Neeskens nergens te bekennen. Hij is dan volgens de pers al ‘bekend om zijn verdwijntrucs’.

Hij lijkt wel een magneet, de verkeerde mensen hebben zijn hele leven beheerst
Wim Rijsbergen

Neeskens is ondergedoken in het Oostenrijkse Schladming, waar hij ‘moet bijkomen van alle voetbal- en privéspanningen’. Het gaat niet goed met hem. Hij ligt in scheiding en de Amrobank laat beslag leggen op zijn tegoeden van de KNVB (de WK-premies), omdat Neeskens een lening uit de tijd van zijn faillissement nog niet heeft terugbetaald. Behoefte aan contact met de Nederlandse buitenwereld heeft hij niet. ‘Nooit meer in Oranje, nooit meer in de pers’, luidt zijn credo.

Als Neeskens verstek laat gaan bij de wedstrijd New York Cosmos-Los Angeles Aztecs, wil de club zijn contract ontbinden. Het is de derde keer dat hij zonder opgaaf van redenen niet verschijnt. Zijn trainer Hennes Weisweiler is er klaar mee. Het levert Neeskens een schorsing op die ruim negen maanden duurt. Nadat ploeggenoot Wim Rijsbergen al eens heeft geroepen dat Neeskens ‘aan de fles’ is, doet Rinus Michels een boekje open. In De Telegraaf zegt hij: ‘Het verbaast me niet dat Neeskens zomaar verdwijnt. Hij is het slachtoffer geworden van de alcohol.’ Rijsbergen: ‘Neeskens lijkt wel een magneet. De verkeerde mensen hebben zijn hele leven beheerst.’

© Imago

De helpende hand komt van Kees Rijvers, die Neeskens uitnodigt weer in het Nederlands elftal te gaan spelen. ‘Hij kan bij mij thuis slapen’, zegt de bondscoach. Rijvers reist in augustus ’81 zelf naar New York om Neeskens na diens schorsing te zien spelen. Die houdt de boot af, maar Rijvers is de aanhouder die wint. Neeskens heeft dat nodig, de warmte van iemand die in hem gelooft. Hij maakt een overtuigende rentree in Oranje, dat op weg naar het WK ’82 België in De Kuip met 3-0 verslaat. Het publiek scandeert zijn naam.

Na afloop vertelt Neeskens ‘zielsgelukkig’ te zijn. Hij is een speler die zich optrekt aan de toeschouwers. ‘Als ik een moeilijke bal toch nog veroverde en daarvoor een staande ovatie kreeg, groeide ik boven mezelf uit. Ik voetbalde op het ritme van het publiek’, vertelt hij later. De liefde met Oranje is trouwens van korte duur. Frankrijk wint de beslissende WK-kwalificatiewedstrijd met 2-0 en Neeskens zit er mentaal doorheen. Hij heeft niet kunnen brengen wat de supporters hadden verwacht.

In Amerika bouwt Neeskens een nieuw leven op. Hij krijgt een relatie met de Zwitserse blondine Marlis von Reding. De twee leiden een rustig bestaan in het plaatsje North Haledon, ten noordwesten van New York. Daar komt Neeskens thuis: ‘Ik heb eindelijk de rust gevonden waar ik al zo lang naar op zoek was’, zegt hij daarover. Vaak wordt Neeskens gevraagd voor ere- of afscheidswedstrijden, zoals die van Willem van Hanegem in juni 1983. Hij belooft te komen, maar komt niet. Een jaar later laat hij – als enige speler - de revanche van de WK-finale uit 1974 aan zich voorbijgaan. ‘Het vliegtuig had vertraging.’

Als zijn verbintenis met Cosmos afloopt, zijn Botafogo en West Ham United de eerste clubs die hem willen aantrekken. Maar Neeskens kiest in februari 1985 voor FC Groningen. Die club heeft de intentie samen met shirtsponsor Aegon een baan voor hem te vinden. Het avontuur wordt geen succes. Neeskens heeft vijf weken nodig voordat hij fit genoeg is voor een wedstrijd. Thuis tegen PEC Zwolle maakt hij op 10 maart ’85 na elf jaar zijn rentree op de Nederlandse velden. Populair is Nees nog altijd, maar zo goed als vroeger allang niet meer. De velden zijn hard, Neeskens forceert zichzelf, hij kampt vaak met blessures en komt tot slechts zeven duels. 

Tussendoor trouwt hij op 30 maart 1985 in het Zwitserse dorp Baar (nabij Zug) met zijn Marlis. Neeskens speelt nog twee jaar in Amerika en vestigt zich vanaf 1987 in Baar, waar hij aan de slag gaat als speler/trainer. Cruijff probeert hem als jeugdtrainer terug te halen naar FC Barcelona. Maar wat Neeskens betreft hoeft dat niet. Marlis en hij hebben twee jonge kinderen en de sport is de komende tien jaar ondergeschikt aan zijn privéleven. 

In Baar heeft hij ook een prijzenkast. Met daarin alle herinneringen. Medailles, replica’s van de Europa Cups en 84 shirtjes van tegenstanders uit een vorig leven. ‘Ik ben niet iemand die loopt te pronken met zijn status van vroeger’, zegt hij. ‘Ik ben trots op mijn voetbalcarrière, maar stilletjes. Foto’s en herinneringen zijn mooi, maar de warmte van de mensen was toch het allermooiste.’