Bij het voorlopig van de afgrond geredde Vitesse is John van den Brom (57) trainer, talentenontwikkelaar en een vleugje technisch directeur ineen. VI ging op de koffie bij de clubicoon om bij te praten over het project op Papendal, zijn eigen loopbaan en ambities en oud-stafleden en -spelers als Arne Slot en Teun Koopmeiners.
Papendal op een dinsdagmiddag. Tussen de in oranje gehulde sporters van NOC*NSF en de talrijke groene bomen ligt een geel-zwart bastion dat in niets uitstraalt dat dat het trainingscomplex is van een Keuken Kampioen Divisie-club. De initiatieven waren talrijk toen Vitesse dreigde om te vallen en ook dit complex straalt weer uit dat de club te groot is om verloren te gaan. Maar wat scheelde het? Vitesse is voor het lopende seizoen gered en is in afwachting van het onderzoek naar het private equityfonds van Guus Franke, de beoogde nieuwe eigenaar, maar heeft hoe dan ook nog een extreem lange weg naar financiële gezondheid te gaan. Maar: vooralsnog is Vitesse een volwaardige KKD-ploeg met aan het sportieve roer John van den Brom.
In hoeverre heeft u een uitbreiding van uw takenpakket gekregen ten opzichte van vorige clubs?
‘Het was interessant om het hele traject richting die eerste wedstrijd te leiden. Ik zat voor een groot gedeelte samen met Paul (adviseur Van der Kraan, red.) in onderhandelingen met spelers. Ook over geld, maar dan moesten soms budgetten weer worden aangepast en moesten we weer strepen. Ik ben betrokken geweest bij de gesprekken met twee potentiële eigenaren en ook Guus Franke sprak en spreek ik veel. Als mens, trainer en ervaren coach was dat heel leerzaam: overal losse eindjes vinden. Het geeft ook voldoening als je ziet hoe we het nu voor elkaar hebben. En nu is mijn grootste uitdaging om waarde op het veld te creëren.’