Het is voorspelbaar hoe José Mourinho zal terugkijken op zijn Romeinse periode. In zijn versie van de waarheid is hij de persoon geweest die de liefde voor AS Roma in de stad heeft aangewakkerd. Zijn kennis en kunde heeft ertoe geleid dat de fans na veertien jaar weer iets te vieren hadden. De Conference League-zege op Feyenoord in Tirana was voor de Portugees de bevestiging van zijn vakmanschap.
Zijn ontslag bij Tottenham Hotspur drie jaar geleden was voor hem onverteerbaar geweest. Een week voor de finale om de League Cup werd hij door de Londense club bedankt. Een totaal verziekte relatie met zo’n beetje iedereen lag daaraan ten grondslag.
Met AS Roma bereikte hij afgelopen seizoen opnieuw een finale. In Boedapest dacht hij de Europa League-trofee de lucht in te steken. Een eindstrijd die werd ontsierd door opstootjes, vervelend gedrag en andere pogingen om het spel en daarmee de uitslag te beïnvloeden. Mourinho heeft zichzelf wijsgemaakt dat in de jacht op succes elke vorm van intimidatie geoorloofd is. Terwijl het bijna niet uit te leggen is dat een coach vaker op de tribune zit dan in de dug-out.