Geoffrey Kondogbia blijkt niet zo betrouwbaar als Thomas Partey, zijn keeper is uit vorm, hij komt maar niet in het hoofd van wonderboy João Felix, de puzzel op het middenveld weet hij niet te leggen en zijn spitsen scoren niet. Met een jubileum bij Atlético Madrid is Diego Simeone niet bezig. Zijn ploeg functioneert niet. Juist op dat soort momenten voelt de Argentijn dat hij leeft.
In 2011 nam Diego Simeone op Eerste Kerstdag het vliegtuig naar Madrid in de wetenschap dat hem een lastige klus te wachten stond. Een paar dagen eerder had voorzitter Enrique Cerezo hem gebeld of hij klaar was voor de grootste uitdaging in zijn leven. Atlético Madrid was net uitgeschakeld in het bekertoernooi door derdedivisionist Albacete. In de competitie stond de ploeg er niet veel beter voor een positie net boven de degradatiestreep. Twijfel kende de Argentijn niet. Oh nee, hij had juist op deze kans gewacht. Hij wist dat hij op een dag zou terugkeren. De hartstocht en de emoties van de mensen in het Estadio Vicente Calderón droeg hij mee in zijn hart. Thuis hoefde hij niet te overleggen. Simeone voelde het als zijn roeping, hij voelde dat hij moest gaan. Hij wist ook perfect wat voor club Atlético was. Zijn gezin bleef achter in Buenos Aires. Zijn oudste zoon vond het vooral gaaf dat zijn vader het ging opnemen tegen Cristiano Ronaldo en Lionel Messi. Diego Simeone stapte het vliegtuig in met een missie.