Met zijn transfer naar Feyenoord is Quinten Timber de duurste uitgaande transfer in de clubgeschiedenis van FC Utrecht. Het bevestigt Utrechts imago van verkoopclub. Deze zomer haalden de Domstedelingen al meer dan tien miljoen euro op. Technisch directeur Jordy Zuidam tikt zelfs de zeventig al aan.
Eerst maar eens beginnen met de transfer van Timber. De clubs weigeren een transferbedrag bekend te maken, maar inmiddels is al uitgelekt dat het om een vast bedrag van 8,5 miljoen euro gaat. Een bedrag dat door bonussen op kan lopen tot tien miljoen euro. Daarmee wordt Timber de duurste verkoop uit de clubgeschiedenis van FC Utrecht. Eerder gingen spelers als Gyrano Kerk, Dries Mertens en Sébastien Haller voor ruim zeven miljoen euro (exclusief bonussen) de deur uit. Bij Haller wordt vaak het bedrag van twaalf miljoen euro aangehouden, maar de club zelf heeft altijd zeven gecommuniceerd.
In het geval van Timber wordt gesproken van haalbare bonussen. Het betekent dat Timber onderaan de streep eerder tien miljoen euro dan 8,5 miljoen euro heeft opgeleverd. En dan heeft Utrecht ook nog een fors doorverkooppercentage. Mocht Timber ooit de volgende stap maken, dan vaart de zilvervloot opnieuw binnen.