Niet Luca Plogmann, maar Jari De Busser verdedigde bij de start van de tweede seizoenshelft het doel bij Go Ahead Eagles. De Belgische keeper vertelt na de wedstrijd tegen Fortuna Sittard over zijn droomdebuut in de Eredivisie, terwijl trainer Paul Simonis uitlegt waarom beide keepers opnieuw worden getest.
Een beter Eredivisie-debuut had Jari De Busser zich bijna niet kunnen wensen. Maar wie dacht dat de doelman vrijdagavond dolblij in de catacomben van het Fortuna Sittard Stadion zou staan, had het mis. De 25-jarige Belg bleef nuchter: 'Ik ben goed geholpen door de jongens', zei hij droogjes. De Busser werd pas in de tweede helft een aantal keer getest door de Limburgers. 'Voor rust had ik het vooral heel koud', lachte hij. 'Ik kreeg niet zo veel te doen, dan moet je zo veel mogelijk bewegen. Na rust had ik het iets drukker, maar ik ben niet echt in de problemen gekomen.'
Wel was het zo dat De Busser tot twee keer toe bijna werd verrast met voorzetten die over het doel leken te vliegen, maar angstvallig dicht bij de bovenhoek van zijn doel kwamen. 'Heel eerlijk zijn dat de moeilijkste ballen. Ze zijn verraderlijk, omdat je altijd moet kijken hoe de voorzet aankomt, terwijl je daarvoor moet checken waar de aanvallers staan. Als je een van de twee niet ziet, word je verrast. We wisten ook dat zij veel voorzetten geven, daarop waren we ingesteld. Het coachen naar de jongens verliep gelukkig goed.'
Eerlijke kans
De Busser hoorde woensdag dat hij zou keepen tegen Fortuna. De Belg maakte eerder in het bekertoernooi tegen Sparta Rotterdam (winst na strafschoppen) zijn debuut voor Go Ahead. Een keeperswissel lag bij de buitenwacht niet in de lijn der verwachting, maar De Busser hoopte al langer op zijn kans. Hij moest Plogmann voor zich dulden sinds hij eind augustus in Deventer tekende na een overstap vanuit het Belgische Lommel.