Het seizoen is voor AZ belabberd begonnen, maar bondscoach Frank de Boer heeft daar geen boodschap aan. De Alkmaarse club is hofleverancier van Oranje en leverde tegen Mexico opnieuw twee debutanten.
Met een grijns op zijn gezicht refereerde Frank de Boer aan zijn eigen debuut als Oranje-international, dertig jaar geleden. Het was een pover optreden geweest, in het Stadio delle Favorita van Palermo. En de uitslag van dat oefenduel tegen Italië was hetzelfde als die van zijn bondscoach-debuut tegen Mexico: 0-1. ‘Mijn eerste interland als speler was ook niet om over naar huis te schrijven’, zei De Boer gisteravond in de lege Johan Cruijff Arena. ‘Dat was een wedstrijd waarvan je achteraf dacht: Nou, dan hebben we die maar gehad.’
Het zou goed komen met zijn interlandcarrière. De Boer kwam tot 112 wedstrijden in de nationale ploeg, op de ranglijst aller tijden hoeft hij alleen Edwin van der Sar (130) en Wesley Sneider (134) voor zich te dulden. De kersverse bondscoach verwees naar zijn eigen start na een vraag over Owen Wijndal, net als De Boer destijds een linksback en eveneens twintig jaar bij zijn debuut in Oranje. ‘Owen begon stroef, een beetje roestig’, concludeerde De Boer. ‘We weten allemaal dat hij beter kan. Maar ik vind het knap hoe hij zich terug in de wedstrijd heeft gevochten.’