Dankzij Luis Sinisterra is Dirk Kuijt na zestien jaar eindelijk uit de recordboeken als duurste uitgaande transfer van Feyenoord. De Colombiaan is daarmee het gezicht van de kentering die is ingezet met de aanstelling van Arne Slot. Feyenoord creëert met jonge spelers en dynamisch voetbal weer waarde op de transfermarkt.
Voor de meeste Nederlandse clubs is de transfermarkt de kip met de gouden eieren. Bij gebrek aan lucratieve televisiedeals hebben Ajax, AZ, Feyenoord en PSV twee routes om grof geld te verdienen: meedoen aan de Champions League of spelers verkopen. Tussen 2010 en 2020 viel op dat Feyenoord op dat laatste vlak ver achterbleef bij de andere topclubs. Ajax noteerde in de officiële jaarcijfers een plus van bijna honderdtachtig miljoen euro op de transfermarkt. AZ cashte circa tachtig miljoen en PSV poetste met een winst van 26 miljoen operationele tekorten weg. En Feyenoord? Dat stond ruim 6,5 miljoen in het rood op spelerstransacties.
Waar de prijzen internationaal door toegenomen omzetten over de kop gingen, bleef de recordverkoop van Feyenoord uit 2006 maar in de boeken staan. Die zorgwekkende situatie bleek aanleiding tot grote veranderingen. De jeugdopleiding ging op de schop, de scouting werd opnieuw ingericht en de transferfocus verschoof richting jongere spelers die in waarde kunnen stijgen. De belangrijkste verandering was de aanstelling van Arne Slot en de verandering van de speelstijl. Deze recordtransfer van Luis Sinisterra is daar het directe gevolg van.