Na zijn abrupt beëindigde loopbaan worstelde Marco van Hoogdalem (45) jarenlang met fysieke en psychische problemen. Een jaar geleden begon de voormalige verdediger aan zijn tweede leven. Het was hem zelfs gegund alsnog afscheid te nemen als voetballer.
Met vochtige ogen trekt Huub Stevens langs tribunes vol dankbare Schalke 04-fans. Het is zondag 22 mei, de dag dat de Nederlandse succestrainer glorieus wordt uitgeluid door de club die hij in 1997 de UEFA Cup bezorgde. Twintig jaar na dato hebben oud-spelers van Schalke een galawedstrijd afgewerkt tegen een gelegenheidsteam van voetballers die elders door Stevens werden afgebeuld. Eddy Achterberg coachte het All Star Team. Bijzonder, want na een uit de hand gelopen ruzie wisselden hij en de eerder onafscheidelijke Stevens jarenlang geen woord met elkaar.
In de periferie van het feestgedruis is er nóg iemand die een van de meest emotionele dagen van zijn leven meemaakt. Marco van Hoogdalem deed zojuist voor het eerst sinds dertien jaar weer eens mee aan een voetbalwedstrijd. Elke keer dat hij tegen de bal trapte, leek het ding spontaan te veranderen in een hoopje schroot, roestig verder hobbelend. Op het eind kon de Gorinchemmer amper nog lopen, zo stijf en pijnlijk waren zijn spieren. Maar dát hij kon meedoen in de Veltins-Arena, maakte hem intens gelukkig. Van Hoogdalem zoekt oog-contact met zijn vrouw Danny op de tribune, zoals vroeger na elke wedstrijd. Ze zien elkaar en maken hetzelfde gebaar: handen die een streep trekken. Onder jaren van fysieke ellende. Onder jaren van frustraties. Onder jaren van verstikkende druk op het gezin. Een beter leven samen kan nu echt beginnen.
Op een zomermiddag in 1999 wordt Marco van Hoogdalem ontboden in het kantoortje van de clubarts van Schalke 04. De resultaten van de jaarlijkse medische testen zijn binnen. De leverwaarden van de Nederlander blijken aan de hoge kant. Nu is dat op zich niet zo erg, maar bij hem is dat al voor het derde jaar op rij het geval. Van Hoogdalem wordt doorverwezen voor nader onderzoek. Hij heeft nergens last van en denkt dat het allemaal wel los zal lopen. Een paar weken later krijgt hij de uitslag. PSC. Zegt hem niks. Primaire Scleroserende Cholangitis. Wordt-ie weinig wijzer van. ‘Het klonk mooi.’ Dat is het niet. PSC is een ziekte die zes op de honderdduizend Nederlanders treft en vaak ingrijpende gevolgen heeft. Van Hoogdalem krijgt te horen dat zijn galwegen chronisch ontstoken zijn, dat zijn bloed daardoor niet goed kan worden gezuiverd en dat hij vrijwel zeker ergens voor zijn tachtigste, negentigste een levertransplantatie zal moeten ondergaan. Hij schrikt, maar is al snel weer zijn nuchtere zelf. ‘Niemand had er wat aan gehad als ik in een hoekje was gaan zitten huilen. Ik voelde me goed, kreeg medicijnen en kon volgens de artsen gelukkig gewoon blijven voetballen.’ Dat zijn bloed voortaan gedurende de seizoenen regelmatig moet worden gecontroleerd, neemt hij voor lief.
Als zijn ziekte al invloed heeft, dan is daar op het voetbalveld de eerste jaren niks van te merken. Van Hoogdalem houdt zich overtuigend staande in de Duitse top, waant zich in 2001 nog vier minuten landskampioen en wordt tweemaal uit-geroepen tot beste verdediger van de Bundesliga. Daarna begint het gekwakkel. De rechtsback krijgt steeds meer last van zijn rechterheup, een gevolg van aangeboren bekkenscheefstand. Pijnstillers en fysiotherapie houden hem op de been, maar kunnen niet voorkomen dat hij bij Schalke op een zijspoor belandt. Na meer dan 150 wedstrijden voor Die Königsblauen keert Van Hoogdalem begin 2004 op huurbasis terug bij Roda JC. Het wordt geen succes. Hij worstelt met zijn fitheid, met trainer Wiljan Vloet. Op zaterdagavond 17 april staat hij de in de basis tegen RKC Waalwijk, zijn eerste profclub. Die wedstrijd, eindigend in 1-1, is zijn laatste als prof. Hijzelf heeft er op dat moment geen enkel benul van.
Geldwolf
In de daaropvolgende zomer zet Van Hoogdalem alles op alles om terug te keren op zijn oude niveau. Hij traint voor zichzelf, ondergaat intensieve fysiotherapie aan zijn pijnlijke heup en voelt zich fitter dan ooit. ‘Dat was ik ook. Ik had nog nooit zulke goede testresultaten bij het begin van de voorbereiding.’ Nog zeker twee, drie jaar ziet hij zichzelf in de Bundesliga spelen. Vol vertrouwen meldt hij zich voor het trainingskamp van Schalke naar Oostenrijk. De spelersbus staat op punt van vertrekken, als de clubarts instapt en hem vraagt mee te komen. Hij draait er niet omheen. Schalke heeft advies ingewonnen over Van Hoogdalems chronische ziekte en is tot de conclusie gekomen dat verder voetballen onverantwoord is. Hij moet stoppen, per direct. ‘Volgens de arts waren mijn organen te kwetsbaar en liep ik gevaar bij elk duel. Na een botsing zou ik dood kunnen bloeden. ’Van Hoogdalem weet niet wat hij hoort. Hij voelt zich kiplekker. ‘Na die mededeling kwamen de muren op me af. Ik kon het niet geloven en liet het er ook niet bij zitten.’
Volgens de arts waren mijn organen te kwetsbaar. Na een botsing zou ik dood kunnen bloeden
De verdediger gaat alsnog mee naar Oostenrijk, waar hij apart traint van zijn ploeggenoten. De club bereidt een afkeuringsprocedure voor, maar Van Hoogdalem wil op bezoek bij artsen om een beter beeld van zijn eigen ziekte krijgen. Dan hoort hij dat zijn situatie tot in detail besproken is in een medisch programma op de WDR. Eén van de door Schalke geraadpleegde specialisten laat op nationale tv weten dat Van Hoogdalem nooit meer zal kunnen voetballen, wat dan nog bij heel weinig mensen bekend is en waar de Nederlander zelf zich nog lang niet bij heeft neergelegd. ‘Die man schond zijn beroepsgeheim en gooide publiekelijk mijn naam te grabbel.’
Hij begint aan een tocht langs ziekenhuizen in Nederland, België en Duitsland, hopend op een specialist die hem kan geruststellen. Na een half jaar vindt Van Hoogdalem die arts, in München. Volgens deze vooraanstaande dokter Göke zijn de risico’s voor sportende PSC-patiënten te verwaarlozen. ‘Hij had één voorbeeld kunnen terugvinden van een American Footballer met dezelfde ziekte die overleed aan een gescheurde milt. En dat was vooral pech, geen direct gevolg van PSC. Göke deed alle eerdere beweringen teniet. Volgens hem kon ik gewoon blijven voetballen.’Hij heeft de second opinion die hij zocht, maar houdt er een dubbel gevoel aan over. ‘Het maakte voor mij nog pijnlijker dat ik al was afgeschreven. Ik wist ook wel dat, mede door de uitspraken van die arts op tv, geen club het met mij nog zou aandurven. Van die man heb ik nooit meer iets gehoord, geen excuus of niks.Achteraf had ik een advocaat op hem af moeten sturen.’ Van Hoogdalem mag weer meetrainen bij Schalke, maar dat levert vooral ongemak op. ‘Ik werd als een pop behandeld. Kreeg telkens de bal en kon zo doorlopen naar de goal.’ Eind 2005 accepteert hij het onvermijdelijke en stopt hij met voetbal.
Een troost voor Van Hoogdalem is dat hij in een andere rol verder kan bij Schalke. Althans, zo heeft hij dat afgesproken met manager Andreas Müller. ‘Zwart op wit, zijn handtekening eronder en alles. De precieze functie hadden we nog niet vastgelegd, maar een rol in de scouting was het meest logisch.’ Bij nader inzien heeft Müller blijkbaar toch geen plek voor Van Hoogdalem. Hij kan zich van een afspraak ineens niks meer herinneren. De Nederlander ziet zich gedwongen tot het opstarten van een juridische procedure. ‘Müller was een paar jaar eerder nota bene zelf met dat voorstel gekomen, ik had er nooit om gevraagd. Als je een afspraak maakt, moet je die ook nakomen. Ik werd neergezet als een geldwolf. Er waren gelukkig ook fans die me wel beter kenden en me een hart onder de riem staken. Maar het gros baseert zich op de kranten, en die waren op de hand van de club. Logisch, want daarmee moesten ze nog een tijdje verder.’
Vreselijk vindt hij het, dat hij zich met een advocaat bij de rechtbank in Gelsenkirchen moet melden om daar een woordenstrijd aan te gaan met juristen van de club, zijn club. De pijnlijke zaak sleept zich twee jaar voort, waarna de partijen tot een schikking komen. Mensen die lang met een boog om Van Hoogdalem heen liepen, slaan hem weer op de schouders.