Tussen het debacle tegen Oostenrijk en de wederopstanding tegen Roemenië, zorgde wrijving binnen Oranje voor de glans waarover Memphis Depay (30) eerder sprak. Ook individueel blijft de spits schaven aan het verwezenlijken van zijn hoge ambities.
Zeist, 2 juni
Het is de eerste week van de EK-voorbereiding, de internationals druppelen langzaamaan binnen en er wordt in het trainingskamp voorzichtig vooruitgeblikt op het toernooi. Zeer voorzichtig zelfs. Totdat Memphis Depay het woord neemt, langs het trainingsveld. Hij is de eerste die hardop grote ambities uitspreekt. Nadat eerder bondscoach Ronald Koeman en captain Virgil van Dijk de kerk in het midden hielden. ‘Ik wil het EK winnen’, zegt Memphis en zijn vastberaden oogopslag onderstreept dat hij het meent.
Het is typerend voor de mindset waarmee hij door het leven gaat. Bij Memphis is het glas eerder halfvol dan halfleeg, eerzucht en bewijsdrift stuwen de aanvaller voort en aan zelfvertrouwen heeft het hem nooit ontbroken. ‘Ik sta sowieso positief in het leven’, legt hij uit. ‘Dus ook in het voetbal sta ik er op die manier in. Als je denkt dat we het niet ver zullen schoppen, hoef je hier niet te komen. We moeten hoge verwachtingen van elkaar hebben. Zonder de realiteit uit het oog te verliezen. Maar ik vind gewoon dat we een heel goed team hebben.’