Een dure vedette van wie onduidelijk is of die het seizoen kan afmaken. Een ploeggenoot die zich openlijk afvraagt of het wel zo verstandig is om voor Barça te kiezen. En een geflopt zombieproject dat nadreunt in toekomstige transferwindows. Barcelona komt met zijn financiële gegoochel steeds verder in het nauw.
Aan opmerkelijke wendingen is nooit een gebrek in het moderne topvoetbal, maar de affaire-Dani Olmo slaat toch tamelijk hoog uit op de absurdismemeter. Een aankoop van 55 miljoen die al vier wedstrijden miste door registratieproblemen en die moet afwachten of de Spaanse overheid toestaat dat hij het seizoen uitspeelt in Barcelona. Hetzelfde overkwam de goedkopere spits Pau Víctor (23) – een stand-in voor Robert Lewandowski die werd gekocht van Girona.
Na een soap over hun speelvergunning, mogen ze toch meedoen aan de Super Cup-finale in Saoedi-Arabië, waarin Barça zondag Mallorca of Real Madrid treft. Trainer Hansi Flick hoorde in de bus, op weg naar de halve finale, dat hij de op zeven na duurste zomeraankoop ter wereld mag opstellen. Hun voorlopige inzetbaarheid is een overwinning voor het Catalaanse juristenteam, dat een sluiproute vond in de reglementen. Bovenal is het tekenend voor Barcelona, dat een naam heeft opgebouwd als het gaat om vindingrijke oplossingen om toch spelers te halen die eigenlijk niet in het budget passen.
Alle capriolen die al een aantal transferwindows nodig zijn om de aangenomen voetballers ook daadwerkelijk speelgerechtigd te krijgen, leidt tot imagoschade en kritiek op de zonderlinge aanpak van voorzitter Joan Laporta. Ook in de eigen gelederen. Zo gebruikelijk is het immers niet dat een Barça-international analyseert dat hij zich kan voorstellen dat spelers gezien alle gedoe rondom Olmo en Víctor de club even links laten liggen. De Braziliaan Raphinha zei dat wel, vorige week tijdens een persconferentie. Hoe kon het zover komen?