Na zeventien officiële wedstrijden staat Ajax op een gemiddelde van precies twee tegengoals per duel. Ook voor John van ’t Schip blijft het voorlopig dweilen met de kraan wagenwijd open. De defensieve cijfers van de Amsterdammers zijn het hele seizoen al ontluisterend en dat was in Almere zondagmiddag niet anders. Van ’t Schip ziet een structureel probleem.
De 92ste minuut loopt in het Yanmar Stadion van Almere City FC, waar Ajax hard op weg is naar een zeer zwaar bevochten 1-2 overwinning. De Amsterdammers kunnen counteren via Brian Brobbey, die de bal krijgt ter hoogte van de middenlijn. Mika Godts en Chuba Akpom zien de zee van ruimte aan de rechterkant voor zich en sprinten volle bak vooruit, Carlos Forbs doet aan de andere kant hetzelfde. Maar Brobbey treuzelt en levert de bal in. Kenneth Taylor slaagt er vervolgens niet in dat nog te herstellen. De middenvelder sprint nog terug, de andere vier blijven uithijgen op de helft van Almere. De thuisploeg kan daardoor zomaar het strafschopgebied van Ajax binnenwandelen en met zes aanvallers tegen zes Ajax-verdedigers een kans proberen te creëren. Uiteindelijk gaat Benjamin Tahirovic in de fout, door met een onhandige tackle een penalty te veroorzaken: 2-2, alle moeite voor niets.
Het is een peperdure fout van Tahirovic, maar feit is dat als Stije Resink op de been was gebleven, hij vijf ploeggenoten had kunnen uitkiezen om evengoed de 2-2 te maken. Daar gaat het bij Ajax dit seizoen structureel mis. De restverdediging van de Amsterdammers laat te wensen over, erkende John van ’t Schip zondagmiddag op zijn persconferentie. Maar, zo vulde de Ajax-trainer direct aan, je kunt nooit helemaal voorkomen dat je een keer niet goed staat. De crux zit hem erin, dat spelers die momenten herkennen. En dan ook ingrijpen. Dat vernuft ontbreekt in dit Ajax. Tahirovic had die lompe sliding nooit hoeven maken, als Ajax begrepen had dat de bal in de 92ste minuut niet meer ingeleverd mocht worden.
