In een wekelijkse column op VI PRO schrijft Frank Heinen over wat hem opvalt in de voetbalwereld. Deze week over Abdelhak Nouri.
Aan het eind van de Nouri-special die DWDD afgelopen donderdag maakte, zat een moment dat ik inmiddels al een keer of vijf heb teruggezien. In een compilatie van door zijn vader gemaakte homevideobeelden plukt een jonge Abdelhak de bal uit de lucht, verandert in één moeite van koers, neemt hem mee met zijn knie en beweegt zijn lichaam zo dat zijn tegenstander, een jongen van een kop groter in Barcelona-tenue, in totale verwarring om zijn as draait en even wankelt als een dronkeman.
Bij elke keer dat ik die jongen zie, denk ik: nu valt-ie. Nu wel. Maar hij blijft overeind, ook al is-ie het noorden even volkomen kwijt. Ik weet niet wie die jongen is, of wat er van hem geworden is. Misschien speelt hij in de Primera División, droomt hij nog van een grote carrière, van een plekje in het nationale team. Maar het kan ook dat-ie bakker is of jeugdtrainer, of wie weet studeert hij Wijsbegeerte in Salamanca en werkt hij nu aan zijn scriptie over Blaise Pascal.