Ik heb Engeland Onder-20 vorige week tegen Venezuela wereldkampioen zien worden en ik raakte onder de indruk van de potentie die ik zag. Dominic Solanke, die twee jaar geleden door Chelsea was verhuurd aan Vitesse, was bijvoorbeeld een van de toonaangevende spelers. Ik had het al eerder gehoord van mensen die dergelijke ploegen geregeld aan het werk zien: de Engelse nationale jeugdselecties bulken van het talent. Dat brengt me bij de inhoud van een tweet die Gary Lineker de wereld in slingerde: Welke manager buiten Mauricio Pochettino geeft die talenten eindelijk eens een kans?
Trainers moeten ervoor zorgen dat jonge voetballers beter worden en zich maximaal ontwikkelen, maar de managers in Engeland zijn vooral bezig met geld uitgeven. Als geld in zulke grote hoeveelheden voorradig is, kan dat ook luiheid tot gevolg hebben. Antonio Conte, Pep Guardiola, Jürgen Klopp en José Mourinho hoor ik alleen maar zeggen dat hun selecties meer kwaliteit nodig hebben. En die kwaliteit komt vooral van buitenaf. Ze kiezen voor zichzelf en dus voor zekerheid.
Daarin begint de rol van Manchester City zo langzamerhand kwalijke vormen aan te nemen. Die club heeft rechterspits Bernardo Silva en doelman Ederson gekocht voor in totaal negentig miljoen euro en volgens Guardiola moeten er zeker nog vier topaankopen bij komen. Welk perspectief hebben die dertig talenten dan nog die afgelopen seizoen door Manchester City werden verhuurd? Die club leidt geen spelers op om ze uiteindelijk in het eerste elftal te laten instromen, maar haalt jonge talenten voor de handel. Enes Ünal die voor drie miljoen euro is gekocht van Bursaspor en via NAC en FC Twente nu voor twaalf miljoen is doorverkocht aan Villarreal. Nu weer hebben de eigenaren van Manchester City een belang van 49 procent genomen in Girona, dat is gepromoveerd naar de Primera División. Dat zal vooral ten doel hebben de City-talenten ook te kunnen stallen op het hoogste niveau van Spanje.