Analyseren op televisie is een vak apart. Een beeldredacteur knipt een paar fragmenten uit van foute passes of keuzes en het is dan aan de dienstdoende oud-voetballer om tot een snedige conclusie te komen. Vaak is het dan ‘helemaal ruk’, ‘knudde’, ‘niet goed genoeg’, ‘niet des Ajax’ of de tegenstander kan er niets van. Analyseren is niet gemakkelijk wanneer een voorbeschouwing ingeklemd zit tussen een paar stevige reclameblokken. Het maakt het allemaal wat liefdeloos.
Als kijker voel je de desinteresse. Ryan Gravenberch verspeelde woensdagavond in de eerste helft tien van de dertig ballen die hij moest verwerken. Na rust kwam hij veel vaker aan de bal en maakte hij veel minder fouten. Van iemand die op het hoogste niveau beslissend is geweest, verwacht je een klein voetbalcollege over dat verschil. Een paar beelden uit de eerste helft en een paar flitsen uit de tweede om te schetsen waaraan dat lag.
Na de 4-0 zege op Borussia Dortmund kwam in het land, onder Ajax-fans en een aantal duiders, het sentiment los dat de Amsterdammers de Champions League kunnen winnen. Dat is het kennelijk het nieuwe referentiepunt om de ploeg van Erik ten Hag te beoordelen. Ajax staat in het rijtje Manchester City, Liverpool, Chelsea en Bayern München. Dus was het niet goed, uit tegen Dortmund.
Natuurlijk hebben Wesley Sneijder en Marco van Basten onnoemelijk veel voetbalgevoel in hun hoofd zitten. Zij zien het spel sneller dan anderen, beoordelen ruimtes op een andere manier dan anderen en zien opties voor passes die anderen over het hoofd zien. Van Basten vindt dat Antony een slechte aanname heeft. Dat is het haviksoog van iemand die ooit de beste voetballer ter wereld was. De kijker zag de Braziliaan in de tweede helft het verschil maken met aantal beslissende voorzetten en acties.