Afgelopen weekend was ik getuige van een groots moment. Het bewijs dat vrouwenvoetbal eindelijk serieus wordt genomen. Ik zag in de NOS-studio een echte grotemensenvoorbeschouwing op de wedstrijd Engeland-Frankrijk. Twee mensen aan een presentatiedesk, net als bij de mannen. Er was niet gekozen voor een speelse invulling. Want zo ging dat eerst.
De NOS, of welke andere omroep dan ook, stuurde een wilsonbekwame leerling-journalist naar een wedstrijd vrouwenvoetbal. Dat leverde gênante interviews op. Er moest blijkbaar vanuit een geinige invalshoek worden geïnterviewd. ‘Lisanne, we zitten hier op een berg vis. Vertel maar wat jij in het dagelijks leven doet.’ Het tragische was dat speelsters half verlegen en half gegeneerd meededen aan dit soort onzin.
Ik ken dat wel. Als ze mij komen filmen of fotograferen, willen ze ook dat ik heel hard in een potlood bijt, aan een dakgoot ga hangen of heel boos naar mijn eigen voeten kijk. Niemand weet waarom, maar ik zeg altijd braaf ja. Dan ben je van het gezeur af. Afgelopen weekend stond ik nog in het AD Magazine met een theezakje uit mijn mond.