Na de wedstrijd Nederland-Hongarije werden de spelers van het Nederlands elftal, op de weg naar de kleedkamer, door een meelopende cameraman gefilmd. Iedereen babbelde met elkaar.
Wanneer spelers met elkaar praten is dat sinds een jaar of tien heel makkelijk te zien. Ze houden hun hand voor hun mond. Dat heeft iets aandoenlijks. Een half jaar geleden zag ik, zaterdagmiddag langs de kant bij een wedstrijd tussen twee zesde elftallen op veld vijf, de spits (machinebankwerker) en de linksbuiten (medewerker administratie bij een groot bedrijf) met elkaar praten aan de rand van het strafschopgebied. Ze hielden hun hand voor de mond. Ik gokte op de volgende tekst: ‘Tante Leen in de kantine heeft weer die jurk aan dat je haar tepels als soepborden er dwars doorheen ziet.’