Twintig minuten. Zo lang hadden de lokale halvegaren uit Udine – een stadje in het uiterste noordoosten van Italië, ingeklemd tussen Südtirol en Slovenië – zaterdagavond nodig om iedereen er nog maar weer eens aan te herinneren dat je voetballiefhebbers onder alle lagen van de bevolking hebt, dat mensen al die lagen van de bevolking het stadion bezoeken en dat daar dus ook idioten en racisten tussen zitten.