Pep Guardiola keek naar rechts, naar zijn assistent Mikel Arteta. Een verdwaasde blik die het midden hield tussen verbijstering en irritatie. Vervolgens draaide hij zich naar links en begon te praten en te gebaren. Norwich City was vijf minuten na rust op een 3-1 voorsprong gekomen na geklungel achterin van Nicolás Otamendi.
De camera registreerde hoe professor Pep met zijn handen denkbeeldige lijnen uittekende en met driftige bewegingen uitbeeldde hoe zijn ploeg wél had moeten opbouwen. In zijn hoofd worden geen fouten gemaakt. Daar is elke aanname goed, worden telkens de juiste keuzes gemaakt en is de opbouw hetzelfde als het gedachteloos starten van een motor. Sleutel erin, draaien en in de eerste versnelling.
Ik moest terugdenken aan een interview met Giorgio Chiellini. Twee jaar geleden constateerde hij dat heel veel Italiaanse verdedigers niet meer konden verdedigen. Hij gaf het ‘Guardiolismo’ daarvan de schuld. Kopiërende coaches die ineens verwachten dat hun spelers tika-taka gingen spelen. Het is de guardiolaficatie van het voetbal. Volgens Chiellini is daardoor een hele generatie verdedigers geruïneerd.
Guardiola is schuldig aan heel veel tegendoelpunten. Niet alleen aan die van Manchester City. Van veel misstanden in het voetbal is hij de bron. Hij is bijvoorbeeld mede schuldig aan de crisis bij Anderlecht. Hij is schuldig aan de blunder van Arsenal-verdediger Sokratis van afgelopen zondag tegen Watford. Onzekere keepers die met de daver op het lijf een bal naar een van hun verdedigers moeten passen? Ze kunnen zich melden bij Guardiola.