Volgens John Heitinga was de nederlaag na strafschoppen in de bekerfinale tegen PSV niet te voorkomen. Penalty’s zijn nu eenmaal een loterij, dus daar had Ajax niet op getraind. Met die redenatie gaat Heitinga de fout in.
Teams die een strafschoppenserie verliezen, roepen graag dat het een loterij is. Nederland deed dat na de pijnlijke uitschakelingen vanaf de stip in 1992, 1996, 1998 en 2000. Die boodschap beklijft omdat het intuïtief klopt. Met pingels wint lang niet altijd het team dat het beste veldspel op de mat gelegd heeft. De druk van een penalty is lastig te simuleren. Net als het trappen met de vermoeidheid van 120 minuten voetbal in de benen.
Trainen op strafschoppen levert bovendien lang niet altijd het gewenste resultaat op. Kijk alleen al naar Louis van Gaal. Hij bereidde als bondscoach het Nederlands elftal tot in detail voor op de penaltyserie tegen Argentinië. Toch trok Oranje aan het kortste eind. Gareth Southgate maakte bij Engeland hetzelfde mee. Hij probeerde het trauma uit zijn spelerscarrière weg te spoelen met een minutieuze voorbereiding op penalty's. Toch zorgde juist dat aspect ervoor dat Italië het laatste EK won, in plaats van gastland Engeland.
Dat leek allemaal onderbouwing voor de theorie van Heitinga.
De strafschoppenserie in de Champions League-finale van 2008 was nog zo’n voorbeeld. Chelsea huurde wetenschapper Ignacio Palacios Huerta in om de optimale strategie te bepalen. Die ontdekte een zwakte bij Edwin van der Sar. De Nederlandse goalie van Manchester United bleek de neiging te hebben om te gokken op de natuurlijke hoek van de nemer. Bij een rechtspoot dook hij opvallend vaak naar rechts, bij een linkspoot naar links. Reddingen verrichtte Van der Sar vrijwel uitsluitend op ballen die middelhoog werden ingeschoten.