Carlo Ancelotti deed er vorig seizoen wat laconiek over toen duidelijk werd dat Kylian Mbappé naar Real Madrid zou komen. De komst van de Fransman zou zijn werk alleen maar makkelijker maken. Zijn nuchtere vaststelling luidde dat de kans op prijzen groter wordt met goede spelers. Hij voegde eraan toe dat een club beter af is met toptalenten en een matige trainer dan andersom. Een gewone trainer zonder veel goede spelers is minder ideaal, concludeerde de Italiaan.
Ancelotti weet waar hij het over heeft. Waarschijnlijk is er geen coach in de voetbalgeschiedenis die zoveel Ballon d’Or-winnaars onder zijn hoede heeft gehad als hij. Met zijn ogenschijnlijke laissez-faire-aanpak en die iconische opgeheven linker wenkbrauw komt het over of het coachen van een elftal iets eenvoudigs is. Dan is het een simpele optelsom: het beste team ter wereld krijgt de beste voetballer ter wereld erbij. In Spanje verschenen stukken die erop neerkwamen dat de kloof tussen Real en Barcelona onoverbrugbaar was geworden. Tegen zoveel overmacht en talent was niet op te boksen. Toch loopt het anders.