Je bent met weinig tevreden dezer dagen. Zondagmiddag twitterde Michel van Oostrum een fragmentje waarin hij als spits van Emmen een akka avant la lettre maakte in een duel met Gregg Berhalter.
Voor wie ooit de samenvattingen van de Eerste Divisie op SBS6 heeft gekeken, zijn namen als Michel van Oostrum en Gregg Berhalter strofes uit een lang gedicht dat je bijna vergeten was. Je leest het terug en je denkt: een akka van Michel Oostrum, dat is leven.
Ze noemen het tegenwoordig een 'akka' heb ik begrepen..
— Michel van Oostrum (@michelvoostrum) April 19, 2020
Ik zeg weleens tegen mijn spelers dat ik dat 100 jaar geleden al deed. Geloven ze niet..
Dankzij @GertoJansen hier het wettige en overtuigende bewijs..;) pic.twitter.com/OeFXdCWwqr
Vroeger, toen er nog gevoetbald werd, keek ik minder scherp naar de dingen. Ze waren er gewoon. Van Michel van Oostrum hield ik wekelijks in VI bij hoeveel doelpunten hij had gemaakt, en of dat er genoeg waren om Harry van der Laan voor te blijven in de strijd om de Gouden Grasmaaier of de Zilveren Schuimspaan of wat de topscorer van de Eerste Divisie ook maar kon winnen. Meer niet. En bij Greg Berhalter dacht ik alleen maar: Amerika. Hoewel Berhalter geen geweldige speler was (en ook al langer in Nederland woonde dan ik, op dat moment), vervulde zijn aanwezigheid in het betaalde voetbal me altijd van een vreemd soort trots, hetzelfde gevoel dat je overvalt wanneer in een Amerikaanse sitcom plots een Nederlandse tante binnenkomt – ook al is die tante een getikte bejaarde die zich uitdrukt in een mengeling van Deens en Duits.