Vannacht werd ik drijfnat van het zweet wakker en ik riep heel hard: Danny.
Ik ontwaakte uit een gedroomde monoloog van Danny Blind, aan de telefoon met Marc Overmars. Ik kan me alles letterlijk herinneren.
‘Ja, Marc, nog een keer met Danny. Ik bel toch nog even een derde keer, omdat jij misschien denkt dat Michael van Praag voorgoed de deur dicht heeft gegooid, maar dat heeft niet zoveel te betekenen. Michael loert altijd naar een openstaand deurtje. Als morgen Shell belt en ze beloven dat hij ieder jaar een cabaretprogramma mag doen tijdens het bedrijfsfeest, dan is-ie weg. Van Praag, als die ooit foto’s van zijn lulletje rondstuurt, dan tekent hij er het gezicht van Wim Kan op.