Tot mijn grote vreugde keert het woord knotsgek terug in de voetbal- verslaggeving. Ik heb het woord gemist. Dat komt door de 169 analisten die de hele week, verspreid over alle dagen en alle sportzenders, eindeloos zitten te lullen over wat er is gebeurd of wat nog gaat gebeuren. In mijn jeugd werd er nooit iets geduid en waren alle wedstrijden knotsgek. Vooral de slotfase. Hugo Walker kon het mooi zeggen: ‘Nou ja, heerlijke wedstrijd met een knotsgekke slotfase.’
Nu er zo ongelofelijk veel analisten hun plasje doen over iedere bal die drie meter vooruit rolt, zou ik het woord knotsgek wel vaker willen horen. Een bezwete voetballer voor een wand vol reclame en dan het volgende gesprek: ‘Theo, knotsgekke wedstrijd, vertel.’ En dan Theo: ‘Ja, knotsgek. Was geen peil op te trekken. Ik denk dat de toeschouwers hebben genoten. Ik denk dan vooral aan de slotfase. Knotsgek. Het had alle kanten op gekund. Ik denk dat het publiek vandaag de grote winnaar was. Knotsgek publiek ook.’