Kingsley Ehizibue, de rechtsback van PEC Zwolle, gaat niet naar Italië. Hij had er geen goed gevoel bij. In zijn eigen woorden: ‘De aanbieding was ook top, eigenlijk niet te weigeren. Maar ik stond er niet helemaal achter, dat kon ik niet. Ik kon er geen vrede mee hebben en er met mijn hele hart voor gaan. Ik heb mezelf nog geprobeerd over te halen: Wel doen, mooie competitie, mooie stad en financieel goed, zei ik tegen mezelf. Ze hadden ook écht een plan met me, maar een dag erna had ik er nog geen vrede mee. Ik ben een gevoelsmens en kon het dus niet. Ondanks alles ben ik toch blij met mijn beslissing. Al kan ik je wel zeggen dat dit de moeilijkste beslissing uit mijn leven was.’
Ik heb in m’n eentje zitten applaudisseren voor Kingsley Ehizibue. Zijn tekst is een fragmentatiebom die tot ontploffing wordt gebracht op de plek waar de meeste pijn wordt gevoeld: midden in de opportunistische voetbalwereld, waar ieder voetballend jongetje van acht jaar droomt van Barcelona, Madrid, Londen of desnoods Genua. Als het maar buitenland is. Ouders van veelbelovende voetballertjes laten al snel het woord springplank vallen.