Clubwatcher zijn, dat lijkt me een droombaan. Het woord zegt het eigenlijk al. Club. Je hoort ergens bij. Mensen zwaaien wanneer je langs het veld staat. Ze kennen je. Voetballers gaan op een gegeven moment vragen hoe je vakantie was. Je laat foto’s zien aan de derde spits, die deze zomer helaas weer net niet die droomtransfer heeft gemaakt naar een Luxemburgse club.
‘Kijk’, zeg je. ‘Hier zit ik op een kameel en hier, op deze foto, zit ik op op mijn vaste onderwaterkruk bij Hotel Cupido. Heerlijk vakantie. Even drie weken lang niks watchen. Ik kijk ook geen televisie. Voor een watcher is dat ontspanning, even nergens op letten.’
Deze column is afkomstig uit de nieuwste VI. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat!