En daar liep Rinat Dasaev weer mijn geheugenpaleis binnen. Ik had al een tijdje niet aan hem gedacht, en daarvoor ook een periode niet, en daar was-ie opeens, met haren zo zwart als van iemand die een tijdje ondersteboven onder in een pot schoensmeer heeft gehangen, en gekleed in het grijs uit de tijd dat een schutkleur goed genoeg werd bevonden voor de beste keeper ter wereld. En dat allemaal dankzij Louis van Gaal, die vorige week uit het niets beweerde dat hij zelf in een vorig leven, dat van niet onaardige middencirkelvelder, een lekker strafschopje kon nemen.