Het leek eerst op een grap. Mitchel Bakker tekende een vierjarig contract bij Paris Saint-Germain en was de grens nog niet over of de Parijse club bracht naar buiten dat de reserveploeg per direct was opgeheven. Het elftal waar de linksback in zou gaan spelen. Dan weet je als negentienjarig ventje meteen waar je aan toe bent. Een voetballer zonder elftal die moet aanpikken bij een sterrenformatie en drie spelers in de pikorde voor zich weet. Vroeg of laat zou Mitchel Bakker ergens wel weer opduiken. Een avontuur rijker en een illusie armer. Dat was toch de teneur, helemaal omdat Mino Raiola als zaakwaarnemer bij de deal was betrokken.
Des te merkwaardiger is het dat diezelfde Mitchel Bakkèr in de finales om de Coupe de France en de Coupe de la Ligue basisspeler was. Niet vanwege een COVID-uitbraak maar omdat Thomas Tuchel zijn loopvermogen, kracht en techniek momenteel hoger inschat dan die van Layvin Kurzawa. Bakker heeft zich op trainingen zodanig gemanifesteerd dat hij voor zijn trainer een optie is geworden. In de oefenduels in aanloop naar de herstart van het seizoen van PSG bleek dat de Nederlander een rol ging spelen als linksback. Natuurlijk heeft dat deels te maken met blessures van Juan Bernat en Colin Dagba waardoor Bakker als alternatief in beeld kwam.