Vrouwenvoetbal. Afgelopen zondagmiddag keek ik naar Zweden-Thailand. Vergelijkt u dat maar met het volgende: je visstoeltje pakken, de thermoskan vullen met sterke koffie, een hele dag naast het gevaarlijkste kruispunt van Nederland gaan zitten en hopen op veel ongelukken. Vergelijk het met de zonderlingen die dagelijks in een langs de weg geparkeerde auto naar vertrekkende en aankomende vliegtuigen zitten te kijken. Hopen dat er eentje naast de baan landt, dan hebben zij de foto.
Zo’n wedstrijd zou Zweden-Thailand goed kunnen worden. De Thaise vrouwen hadden krap een week eerder met 13-0 verloren van de Verenigde Staten. Donald Trump heeft die overwinning inmiddels al opgeëist. ‘Geweldige doelpunten gemaakt door vrouwen die nooit een abortus hebben gewild. Onze vrouwen hebben hun tegenstander by the pussy gegrepen. Mooiste voetbal ooit. Beter bestaat niet. Kan nog iets blanker ons elftal en dan wordt het voortaan 19-0.’
Ramptoerisme, noemt u het zo maar, die interesse van mij voor een voetbalslachting. Ik had net twee weken door Zweden gereden en in de haven van Ystad zag ik een blonde reuzin achteloos de kop van een Grote Enge Vis af slaan, dus ik was in de stemming. De Zweedse voetbalsters, dat zag ik vooraf al aan die gespannen koppen van ze, wilden boven de vijftien doelpunten kruipen.
Het liep heel anders. Natuurlijk waren de Thaise vrouwen kansloos, alleen al door hun lengte. Ik lees het in weinig commentaren terug, dat veel Aziatische vrouwenteams hoe dan ook al achterstaan door hun geringe gemiddelde lengte. De Japanners, Chinezen, Thailanders; ze moeten zich optrekken aan de schouders van Europese verdedigers om in ieder geval met de kruin in de buurt te komen van een voorzet van rechts.
Natuurlijk scoorden de Zweedse vrouwen makkelijk en natuurlijk kregen die daarna de opdracht het iets rustiger aan te doen. Krachten sparen voor de rest van het toernooi. Alles leek te gaan zoals het hoorde te gaan, totdat er in de blessuretijd iets wonderlijks gebeurde.