Als ik een chirurg was en ik zou – bij dezelfde patiënt – het verkeerde been hebben afgezet, een gezonde nier hebben verwijderd, een maag vergroot in plaats van verkleind en ik zou zijn zicht met 95 procent hebben verminderd, zou ik dan naar de laatste verjaardag van die patiënt gaan?
Danny Blind wel. Die stond zondag op zijn gemak te kijken wat hij allemaal had aangericht. Zelden zag ik iemand langer naar een stervend organisme kijken. Freek Vonk, daar leek Danny een beetje op: ‘Jaaa, dit is kicken. Kijk hem vechten voor zijn leven. Hij weet het nog niet, maar hij gaat dood en ik ben erbij! Kijk dan hoe vet dit is. Ik reed met mijn auto over hem heen en nu gaat hij dood. En ik kijk. En jullie mogen meekijken. Is dat niet ongelofelijk kicken?!’
Dat is precies wat Danny Blind deed. Op zijn gemak kijken, samen met ons, naar de laatste stuiptrekkingen van het Nederlands elftal. En dat was nog maar een van de vele ongemakkelijke situaties rond de twee kwalificatiewedstrijden van Oranje, een team dat onder Danny Blind langzaam maar zeker is veranderd in een gekkenhuis, vol met jongens die geen idee hebben hoe ze met elkaar moeten omgaan.