Als ik een chirurg was en ik zou – bij dezelfde patiënt – het verkeerde been hebben afgezet, een gezonde nier hebben verwijderd, een maag vergroot in plaats van verkleind en ik zou zijn zicht met 95 procent hebben verminderd, zou ik dan naar de laatste verjaardag van die patiënt gaan?
Danny Blind wel. Die stond zondag op zijn gemak te kijken wat hij allemaal had aangericht. Zelden zag ik iemand langer naar een stervend organisme kijken. Freek Vonk, daar leek Danny een beetje op: ‘Jaaa, dit is kicken. Kijk hem vechten voor zijn leven. Hij weet het nog niet, maar hij gaat dood en ik ben erbij! Kijk dan hoe vet dit is. Ik reed met mijn auto over hem heen en nu gaat hij dood. En ik kijk. En jullie mogen meekijken. Is dat niet ongelofelijk kicken?!’
Dat is precies wat Danny Blind deed. Op zijn gemak kijken, samen met ons, naar de laatste stuiptrekkingen van het Nederlands elftal. En dat was nog maar een van de vele ongemakkelijke situaties rond de twee kwalificatiewedstrijden van Oranje, een team dat onder Danny Blind langzaam maar zeker is veranderd in een gekkenhuis, vol met jongens die geen idee hebben hoe ze met elkaar moeten omgaan.
Heel opvallend bijvoorbeeld vond ik het gedrag van Arjen Robben, vlak voordat Oranje zondag de spelerstunnel uit liep. Arjen zag een camera, wachtte op het rode lampje en kwam in beweging. Ik heb het een aantal keren teruggekeken en ik weet het zeker: de camera loopt hier niet in op een spontane gebeurtenis. De spelers hebben zwijgend in de tunnel gestaan, ze hebben de niet werkende camera gezien en zullen zich, net als ik, hebben verbaasd over de gedragsverandering van Robben. Het rode opnamelampje floepte aan en Arjen veranderde, voor een miljoenenpubliek, opeens in de zoveelste mislukte motivatiecoach.
Hij loopt langs de groep, schreeuwt dat het heerlijk is in een stadion te spelen en tettert nog wat algemeenheden. Ik zou, als medespeler, daarop hebben gereageerd. Een hand op zijn schouder leggen. ‘Arjen, luister, we weten nu wel dat je een superprof bent. Dat we gaan voetballen in een stadion, dat is voor ons geen nieuws, Arjen. We doen het elk weekend. Meer dan jij zelfs, want wij zijn minder vaak geblesseerd. Die trucjes die je bij Bayern München uithaalt, heel boos van het veld lopen als je vier minuten voor tijd wordt gewisseld, dat weten we nu wel, Arjen. Als we nu met z’n allen, op camera, zeggen dat jij ons grote voorbeeld bent en dat je ons iedere avond naar bed brengt, kun je dan in godsnaam een keer je bek houden? Dank je.’
Dat niemand ook maar met zijn ogen knipperde, zegt alles over dit Nederlands elftal. Gekkigheid en niet oprecht leiderschap wordt geaccepteerd alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Alle spelers die de laatste anderhalve week hebben opgetrokken met Ruud Gullit, weten dat zijn ego niet eens op een Noord-Koreaanse waterstofbom past. Ruud Gullit wist Nelson Mandela het idee te geven dat hij de boerenlul was en Ruud de ster. Ruud is iemand die de cel van Mandela op Robbeneiland filmt en zegt: ‘Great place! Nice view!’
Zo iemand moet je er juist NIET bij hebben als het om het vormen van een blok gaat. Ruud Gullit denkt dat het nog zo werkt als dertig jaar geleden. Dat je tijdens de training lekker dolt met de spelers, dat je nog eens vertelt over 1988 en dat je aan het eind van de dag op een weegschaal controleert wie het zwaarste horloge om zijn pols heeft.
Die voetballers bestaan niet meer. Je ziet het aan die koppen van de Oranje-spelers. Ze zitten anderhalve week opgescheept met een megalomane zot die denkt dat je kwalificaties afdwingt met bravoure en een beetje dollen en kloten. Die stelling bewees Ruud zondagavond zelf door na afloop van een dramatisch slechte wedstrijd een stukje te vloggen. Dat is de rol van Gullit. Zichzelf filmen en met een olijk hoofd iets in het Engels zeggen tegen een denkbeeldig publiek.
Alle Oranje-spelers weten nu dat het ego van Ruud Gullit nog niet eens op een Noord-Koreaanse waterstofbom past
Tekenend was de eenzame bedankronde van Arjen Robben. Daar kwam alles bij elkaar wat er niet meer klopt in het huidige voetbal. De oude prof die begreep hoe slecht er was gespeeld, dat alles nu eigenlijk verloren was en die snapte dat de journalisten op hem neer zouden dalen. Hij stelde dat uit met een liefdadigheidsronde. Arjen deed precies hetzelfde als wat hij in de spelerstunnel deed: weten wanneer je wordt gefilmd, je professionaliteit uitvergroten en dankbaarheid uitstralen zodat ze je later niet te hard zullen aanpakken.
In de kleedkamer zat intussen een groep die dat allemaal niet meer kan aanzien, het geforceerde leiderschap van Robben. Dat zijn de twee werelden in het Nederlands elftal en daarom ging het mis. Aan de ene kant staan Guus, Danny, Dick en Arjen en aan de andere kant spelers voor wie voetbal vooral clubvoetbal is. Waar ze miljoenen verdienen en worden bewonderd. Het Nederlands elftal, dat is voor al die spelers verplicht moeten optrekken met Robben en Advocaat, die hen nog steeds toespreken als kinderen.
Daar middenin staat Ruud Gullit, die zich zijn hele leven nog nooit iets heeft aangetrokken van wie dan ook. Een dodelijke cocktail. EK’s en WK’s win je met een team, met een vriendengroep. Niet met mensen die zich voor elkaar schamen.