Vorige week was opeens de regenjas van Johan Cruijff in het nieuws. Ajax is nieuws en Ajax verkoopt kranten, dus dan wordt automatisch een regenjas nieuws. Ze noemden ’m wel anders. Cruijffs trenchcoat. Ik durf op deze plek te beweren dat Cruijff zelf nooit het woord trenchcoat heeft gebruikt. Johan kon veel. Vliegtuigen besturen, dammen bouwen, van de Afsluitdijk een ophaalbrug maken, de waterwerken opnieuw inrichten, het suikerklontje een andere vorm geven en andere namen verzinnen voor dieren met een rotnaam, zoals de neusbeer. Hij deed dat allemaal niet, omdat hij het gewoon te druk had met voetballen.
Daarom denk ik dat Johan het woord trenchcoat nooit heeft uitgesproken. Als ik Johan linguïstisch een beetje scherp in beeld heb, dan vermoed ik dat hij altijd heeft gedacht dat het de naam van een politicus was. Trens Koot, specialist Landbouw en Andere Zaken van de SGP. Johan is veel meer een man voor het woord jassie.
Dat zie ik wél meteen scherp voor me. Johan bij de wasmand op de eerste verdieping. Roepend: ‘Danny! Danny! Heb jij dat jassie in de wasmand gedaan? (…) Lekker kut dan. Ik moet vanmiddag coachen. Wat nu? (…) Hoe bedoel je: dan doe je je trainingsjack aan? Trainers dragen een colbert-jassie. Dat hoort zo. Dat is om te laten zien dat ze geen voetballer meer zijn. Ze dragen ook gewone schoenen. Nou, lekker dan, geen colbert-jassie. Welke jas moet ik nou aan dan?’
Daaraan hebben we de lange voetbalregenjas te danken. Danny Cruijff heeft ooit per ongeluk een colbert van Johan in de wasmand geflikkerd en toen heeft hij in vredesnaam maar een oude regenjas van Anton Geesink aangedaan. Zo toevallig ontstaan hele modebewegingen. De uitvinder van de afritsbare pijpen zou eigenlijk dertig jaar strafkamp moeten krijgen, maar is er rijk mee geworden.