Denzel Dumfries was in een vorig leven verdediger van PSV. Een rechtsback met aanvallende intenties, een enthousiaste jongen die vooropging in de strijd en heel goed wist wat zijn beperkingen waren. Na een aantal opvallende EK-wedstrijden met Oranje is hij als knuffelvoetballer omarmd.
In een iets andere rol dan in de Eredivisie mocht hij in de groepsfase doen waarin hij goed is: vol gas over de rechterrijbaan zonder zich echt zorgen hoeven te maken over een directe tegenstander. Hoogtepunt was zijn kopbal tegen Oekraïne. Een doelpunt dat het sentiment rond het Nederlands elftal deed kantelen. Een doelpunt ook waardoor de kritische blik verdween. Je kunt zeggen dat Dumfries met zijn goal het momentum rond de ploeg veranderde.
Wie de verhalen over hem aanhoort, gaat bijna geloven dat hij in een paar weken tijd een revolutionaire gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Dat de harde voeten van Dumfries ineens zachte voeten zijn geworden. Het is de magie en de hysterie van een eindronde, waardoor we een maand lang met z’n allen vastzitten op de planeet voetbal. Op die planeet is Denzel Dumfries nu een superheld. Uit zijn antwoorden kun je opmaken dat hij dat zelf ook wennen vindt.