Hij was een paar jaar geleden een van de Braziliaanse talenten die door de Europese top begeerd werd en een gouden toekomst tegemoet ging. Goud is zijn toekomst zeker geworden. Niet vanwege zijn sportieve prestaties, maar vanwege de bakken met geld die hij al jaren binnenharkt in China. In de rubriek Gevallen Talenten deze keer aandacht voor Oscar, die heel bewust wegkwijnt in het verre oosten.
Nog voordat Neymar de overstap maakte van Santos naar Barcelona legde Chelsea in 2012 Oscar vast. Braziliaanse talenten zijn al jaren hot bij Europese topclubs en in die tijd ging het eerst over spelers als Alexandre Pato en Paulo Henrique en later over Philippe Coutinho, Oscar, Lucas Moura en Neymar. Sommigen haalden de top, anderen faalden, wat maar weer aantoont dat niet alle grote talenten van hun generatie een garantie op succes zijn.
Internacional had in 2010 al zes miljoen euro neergelegd voor Oscar, die toen onder contract stond bij São Paulo en na een geschil met die club besloot te vertrekken. Hij kwam net kijken, had nog niet eens gescoord voor de club, maar was voor Internacional het geld wel waard. Twee jaar later betaalde Chelsea namelijk een veelvoud (32 miljoen) om Oscar naar Europa te halen. Daar liet hij zich meteen zien. De spelmaker speelde veel wedstrijden en scoorde in zijn eerste twee seizoenen respectievelijk twaalf en elf keer, waaronder vijf keer in de Champions League-campagne van het seizoen 2012/13.
Pas in zijn vierde seizoen, waarin José Mourinho werd ontslagen en tijdelijk werd opgevolgd door Guus Hiddink, kreeg Oscar te maken met een dip. De sportieve prestaties van Chelsea vielen tegen en de Braziliaan kon zijn stempel niet op het spel drukken. Onder Hiddink leverde hij slechts twee goals en twee assists in de tweede helft van het seizoen. Toch was hij pas 24 jaar en kan het als voetballer voorkomen dat je even een mindere periode hebt. Geen reden tot paniek, maar de dip kreeg het seizoen erop een vervolg onder manager Antonio Conte. De Italiaan zag het wel in Oscar zitten, maar de middenvelder zat vaker op de bank dan hem lief was, simpelweg omdat de prestaties tegenvielen.
Het leverde meteen interesse op van verschillende clubs, voornamelijk uit Italië. Juventus, Internazionale en AC Milan zagen de komst van Oscar wel zitten en de aanvallende middenvelder sprak ook met Atlético Madrid. Er was echter nog een kaper op de kust: Shanghai SIPG. Toen Oscar het aanbod van de Chinese club hoorde, was hij direct verkocht. Chelsea zag de transfer ook wel zitten, want Shanghai was bereid om zestig miljoen euro voor de Braziliaan te betalen. Toch was het voor veel voetbalfans een verrassing toen beide clubs de overgang eind december aankondigen. China en het Midden-Oosten waren tot die tijd toch vaak bestemmingen voor oudere spelers die aan het einde van hun carrière nog flink wat geld wilden binnenhalen. De toen 25-jarige Oscar had zijn gloriejaren juist nog voor zich moeten hebben.